Voormalig kantoor in neoclassicistische stijl, onderdeel van een verdwenen diamantslijperij, gebouwd naar een ontwerp door de architect Edouard Van Opstal uit 1899. Opdrachtgever was de diamantair Léandre Latinie (Petit Roeulx, 1846-?,1905), een uit Henegouwen afkomstige steenkapper, die te Antwerpen was overgeschakeld op diamant. Gefortuneerd door de goedkopere slijpmethode die hij had ontwikkeld, verwierf hij in 1885 het kasteel Vogelenzang, vandaag onderdeel van het Nachtegalenpark. Kantoor en diamantslijperij werden opgetrokken in de tuin van een hotel op de hoek van Grétrystraat en Belgiëlei, dat Latinie gelijktijdig liet verbouwen. Al in 1905 verdween de diamantslijperij voor een burgerhuis, en kreeg het kantoor een nieuwe bestemming als woning. Op de aanpalende percelen had Van Opstal in 1902-1904 een reeks van acht twee aan twee gekoppelde, neoclassicistische burgerhuizen ontworpen voor Latinie. Het hotel op de hoek van Grétrystraat en Belgiëlei verdween in 1953 en de aanpalende burgerhuizen in 1965-1966, telkens voor nieuwbouwflats.
Het kantoor, de verdwenen diamantslijperij en aanpalende burgerhuizen Latinie sluiten nog aan bij het vroege oeuvre van Edouard Van Opstal. Na zijn vader de architect Lievin Van Opstal te hebben geassisteerd, vestigde hij zich omstreeks 1880 als zelfstandig architect. In opdracht van een bemiddeld cliënteel, ontwierp hij talrijke burger- en herenhuizen in de betere wijken van de stad, overwegend in conventionele neoclassicistische stijl. Actief tot omstreeks 1930, liet Van Opstal zich de laatste decennia van zijn loopbaan opmerken met een somptueuze architectuur in beaux-artstijl, zoals het warenhuis "Grand Bazar" op de Groenplaats dat hij samen met de architect Ernest Pelgrims tot stand bracht. Vanaf het prille begin van de loopbaan van de architect behoorde Latinie tot zijn belangrijkste opdrachtgevers. In de loop van de jaren 1880 realiseerde hij voor de rijke diamantair een herenhuis, twaalf burgerhuizen en vier kantoren in de Van Arteveldestraat (deels bewaard), een diamantslijperij in de Harmoniestraat (deels bewaard) en een monumentaal hotel aan de Mechelsesteenweg (gesloopt).
Het gebouw met een rechthoekige plattegrond van drie bij twee traveeën, omvat twee bouwlagen onder een schilddak. Een gedeelte van de tuinmuur die oorspronkelijk het kantoor met het hotel verbond is bewaard en geïntegreerd in een vermoedelijk latere aanbouw. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst legt de compositie de klemtoon op het geblokte middenrisaliet, gemarkeerd door het portaal met entablement. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, op de bovenverdieping in geriemde omlijsting, de penanten bewerkt met panelen. De gevelbeëindiging bestaat uit een klassiek hoofdgestel met paneelwerk in de fries en een houten kroonlijst, gekornist en op klossen ter hoogte van het risaliet. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk en de gietijzeren voetschraper. Later ingebrachte garagepoort.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1899#530, 1905#790, 1902#930, 1904#95, 1904#327 en 1904#713.