Twee burgerhuizen in klassiek geïnspireerde eclectische stijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Adriaan Brosens, naar ontwerpen uit 1909.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvatten beide rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Waar de lijstgevel van nummer 54 zich onderscheidt door een parement uit witte natuursteen, is deze van het nummer 56 bepleisterd en beschilderd, beide op een bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met houten kroonlijst, legt de compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt gemarkeerd door pilasters, een balkon met balustrade op de eerste, en een Frans balkon met smeedijzeren borstwering op de tweede verdieping, beide met consoles. Verder zijn de opstanden opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de begane grond in vlakke omlijsting, op de bovenverdiepingen met bewerkte dagkanten. In nummer 54 worden de postamenten van het balkon bekroond door vazen; in nummer 56 zijn de borstweringen versierd met guirlandes. Met uitzondering van de inkomdeur van nummer 56 is het houten schrijnwerk integraal bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies; gietijzeren voetschraper op nummer 54.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, geflankeerd door de keuken, met pomphuis en wc in de achterbouw. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden van de bovenverdiepingen.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 956#4566 en 956#4568.