is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Léon Fux
Deze vaststelling is geldig sinds
Architectenwoning van Léon Fux, gebouwd in brutalistische stijl naar zijn eigen ontwerp uit 1964 op de hoek van de Velduilstraat en Zwarte-Arendlaan. Fux betrok toen een pand in de Ruggeveldlaan 724 in Deurne.
Deze architect was bedrijvig vanaf de vroege jaren 1950 tot het midden van de jaren 1980, meestal in het Antwerpse, waar hij zich voornamelijk toelegde op kantoor- en appartementsgebouwen. De woning sluit aan bij de drie bouwlagen hoge naoorlogse bebouwing in de Velduilstraat, waar het zich als hoekwoning onderscheidt door een uitgesproken bouwplastiek met zwevend opgevatte topverdieping en forse betonaccenten. De lage klampstenen voortuinafsluiting is fraai uitgewerkt met ezelsrug zonder sokkel, op de hoek onderbroken met een driedelige baksteenstrook ter hoogte van het maaiveld.
Het uiteindelijke geveluitzicht van de half vrijstaande woning kwam tot stand in minstens drie fasen. Eigentijds geïnterpreteerd, ging het voorontwerp uit van drie evenwaardig ontworpen gevels, verwijzend naar een klassiek schema bestaande uit een hoge donkere sokkel, een uitkragende baksteenbouw met lichte gevelsteen en een terugwijkende attiek die beschermd is door een smalle, uitstekende dakrand in beton. Bij het goedgekeurde ontwerp is echter gekozen voor een meer benadrukt bouwvolume zonder sokkel en een attiek die volledig omlopend geopend is met vensterpartijen. Eerder brutalistisch van karakter is hier geopteerd voor een gevelbeëindiging met een opvallend brede betonnen dakrand, in functie van isolatie. Daarnaast zijn er ook forse betonnen accenten toegevoegd die nog niet aanwezig waren in het voorontwerp. Bij de uitvoering is de gevelordonnantie nog licht gewijzigd, voornamelijk ter hoogte van de achtergevel, die meer op de tuin betrokken werd.
Het drie bouwlagen hoge volume is voorzien van baksteenparementen uit handvormsteen heidebloem (Romeins formaat) in platvol gevoegd halfsteens verband, in combinatie met elementen in zichtbeton. De baksteenmuren zijn vrij massief opgevat, enkel geopend door spaarzame in- of uitspringende verticale en horizontale delen die mekaar in evenwicht houden. Het muurfront aan de Velduilstraat is uitgewerkt als façade met centrale toegang, benadrukt door twee even grote, boven elkaar staande openingen: beneden een verdiept inkomportaal met beglaasde deur en daarboven een deels inpandig balkon met U-vormige betonnen borstwering (vandaag vervangen door bloembak), waarvan de vloerplaat eveneens als gestrekte luifel van de toegang fungeert. Links zit volgens de bouwtoelating een tweedelige, naar buiten opendraaiende garagepoort (hardboard platen in grenen kader), die echter driedelig is uitgevoerd, en daarboven een smal bandvenster. In de zijgevel domineert aan linkerzijde een geprononceerde ondiepe erker, die in beton is uitgevoerd en enkel geopend is door zijlichten. Verder is het gevelvlak geordonneerd door staande en liggende vensterpartijen, op de begane grond gevelbreed uitgewerkt en volgens de bouwtoelating voorzien met schuifluiken (Japans type), die wellicht niet uitgevoerd zijn. De achtergevel is onregelmatig ingedeeld met een variatie aan vensterformaten. De inspringende attiek biedt ruimte aan doorlopende plantenbakken en is opengewerkt met grote vensterpartijen die slechts gescheiden zijn door smalle muurdammen. Het deur- en vensterschrijnwerk is voorzien in hout (afzelia), waarbij vaste, opendraaiende, hefschuiframen en kantelende delen gecombineerd worden.
De gevels lijken nog grotendeels ingevuld met houten schrijnwerk, echter uitgevoerd met gewijzigde indeling dan voorzien of later vervangen.
De binnenindeling wordt bepaald door een centraal (in het voorontwerp meer westelijk) en dwars op de Velduilstraat ingepland trappenhuis, voorzien in beukenhout, waarrond de leef- en slaapvertrekken georganiseerd zijn. Op de begane grond bepaalt een functioneel, nadrukkelijk centraal ingeplant blok (toilet, vestiaire en stookplaats) de indeling met aan straatzijde de garage, eetkamer en tussenliggende hal. Aan de zijgevel is de eetkamer verbonden met de langgerekte keuken, die betrokken is op de voortuin en de straat door hoge, liggende vensterpartijen en achteraan uitgeeft op de tuin. Hier integreert volgens het voorontwerp één opengewerkte ruimte de keuken, speelkamer en cosy corner met open haard. Hoewel de cosy corner niet hernomen is in de bouwtoelating, waar een kamerbrede kastenwand voorzien wordt, is ze wel terug afgebeeld in de uitvoeringsplannen, hier twee treden lager gelegen en met geaccentueerde, quasi kamerbrede open haard. Op de eerste verdieping neemt de L-vormige leefruimte, met grote vensterpartijen uitgevend op de tuin en met meer intieme bandramen op de Zwarte-Arendlaan, het grootste deel van dit niveau in. De dienstruimten moeten wijken naar de noordelijke hoek, met centraal aan weerszijden van de trap een donkere kamer en een toilet, en aan de Velduilstraat een badkamer met kleedkamer. De overige ruimte wordt vooraan ingenomen door een slaapkamer die in de zijgevel intimistisch van daglicht voorzien is door de ondiepe betonerker en achteraan door een bureau. Op de topverdieping ontsluit een centrale (nacht)gang met toilet, vier slaapkamers. Aan de tuin zijn hier nog een atelier en berging ingericht, waarvoor een in het voorontwerp en bouwtoelating voorzien dakterras is opgeofferd. De kelderverdieping, grotendeels kruipruimte of volle grond, herbergt in de zijgevel de mazouttank en achteraan de stookkelder en kolenopslag.
Auteurs: Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Deurne
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Léon Fux [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301655 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.