Serristenvilla met cottage-invloeden uit het interbellum, de tweede bloeiperiode van de druiventeelt in de streek. De woning werd samen met zeven serres kadastraal geregistreerd in 1926 als "reconstruction totale" van een oudere woning in eigendom van Fr. Van Craenenbrouck - Goossens. De villa is gelegen in een voortuin afgezet met bakstenen pijlers en ijzeren hekken.
Door de bouw van een villa etaleerden de serristen, vooral tijdens het interbellum, hun nieuw verworven rijkdom. Deze woning sluit door haar cottage-invloeden en volumespel aan bij de vele serristenwoningen in de streek, al wijkt ze ook af van de gangbare serristenwoning: het meestal kenmerkende portiek op uitgewerkt schrijnwerk is hier slechts aanwezig door een zadeldakje boven de deur op schoorstukken.
Bakstenen villa van twee bouwlagen onder een complex pannen dak en met breukstenen plint. Op de begane grond zijn de gevelstukken afgelijnd met contrasterende hoekkettingen in witte natuursteen, ook de rechthoekige muuropeningen kregen een omlijsting in witte steen. De bovenverdieping kreeg een bepleistering in pseudovakwerk eigen aan de cottage. Tussen de bouwlagen is een witstenen geprofileerde cordon aanwezig. Op de oostelijke hoek zit een ronde erker met bekronend balkon. De borstwering van de erker op de verdieping is voorzien van in reliëf uitgewerkte druiventrossen en een fruitschaal, verwijzend naar de eigenaar als druivenkweker. De rechthoekige muuropeningen zijn voorzien van kleine roedeverdelingen; bewaard schrijnwerk (?).
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Overijse, Afdeling IV (Overijse), 1926/46.