Vrijstaande herberg "Blauw Hoeveke" met aanhorigheden, opgericht omstreeks 1900 in opdracht van Josef-Guillielmus Van Linden-Bril.

Dit complex bevond zich samen met enkele andere herbergen tussen de voormalige quarantainestallen (Conterscherp 98-100) en het verdwenen station van de buurtspoorweg, waar ook het bureel van den Belgischen Toldienst was ingericht, ongeveer aan de kruising Zuidhavenloop-Noordland. Volgende getuigenis uit 1909 schetst een treffend beeld: "De buurt van station en stallen, waar eenige herbergen staan, kan, door het drukke verkeer van kooplieden, douaniers en andere beambten, het lossen en laden aan den buurtspoorweg, een eigenaardig hoekje genoemd worden. Daar is beweging en leven; daar wordt dapper gewerkt, en ook braaf geld verdiend."

Dit enkelhuis met gevelbreedte van vier traveeën, telt één bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig met de straat, mechanische pannen), waarachter nog een lager volume uit omstreeks 1900 met zadeldak, ook evenwijdig met de straat. Het hoofdgebouw heeft een bakstenen lijstgevel op cementplint met licht getoogde vensters onder gekleurde ceramische tegelfriezen. De vensters zijn voorzien van hardstenen dorpels. De noordelijke gevel is op het gelijkvloers voorzien van een licht getoogd venster en twee meer recente vensters op de verdieping. Langs deze zijde is de achtervleugel toegankelijk via een poort met daarnaast een deuropening, ter hoogte van de verbinding tussen voor- en achterbouw.

Opvallende bewaarde elementen zijn de blauw geschilderde paardenring en fraaie ijzeren verlichtingsroosters ter hoogte van de cementplint. Na 1970 zijn deur- en vensterschrijnwerk vervangen en zijn het pannendak en de schouwen vernieuwd. De oude weegbrug en de annex aan de zuidgevel zijn verdwenen en vervangen door twee nieuwe aanbouwen onder zadeldak, met aanbreng van een extra venster op de verdieping.