Architecten Eddy De Rocker en Patrick Saelens ontwierpen deze laatmodernistische villa voor de familie Berlengee-Vandersteene in 1975. Het perceel met de vorm van een onregelmatige vijfhoek is gelegen op het einde van een doodlopende straat in een verkaveling voor open bebouwing, genaamd Morobé en Tedesco waarin een allegaartje van traditionele ééngezinswoningen neergezet zijn.

Gezinswoning bestaande uit een gedeelte met één bouwlaag en een deel met twee bouwlagen. De gevels zijn uitgevoerd in roodbruine baksteen in halfsteens verband en een groter aandeel met een bekleding in kunstleien. De bedaking is deels hellend met kunstleien en deels onder plat dak met bitumen. De noordoostelijke gevel is als voorgevel gericht naar de straat en de voortuinstrook wordt grotendeels ingenomen door de oprit. De toegang tot de garage en de inkomdeur van de woning zijn geplaatst in de noordelijke hoek van de woning. De inkomdeur zelf zit half verborgen achter een sculpturaal uitgewerkte gebogen muur die als een uitspringende lus een privaat tuingedeelte met terras van de oprit afschermt. Ter hoogte van de brede stalen kantelpoort van de garage overkraagt de twee bouwlagen hoge gevel bezet met kunstleien lichtjes een plint in baksteen metselwerk. Bovenaan is de gevel afgewerkt met een fijn metalen dakrandprofiel, waarachter het plat dak. In het gevelveld een klein venster onder een omlopende uitkragende rechthoekige lijst.

Ter hoogte van de lus die de inkom markeert helt de gevel en het dak af tot aan de eerste bouwlaag om daar terug over te gaan in een plat dak. Vanaf de plint klimt de gevel dan terug en vormt zo een driehoekige gevelwand in kunstleien waaronder een vensterzone die doorloopt rond de hoek naar de oostgevel. Naast de muur links van de ingang steekt een klein venster onder een omlopende uitkragende lijst. De zuidoostgevel wordt gekenmerkt door de overkragende en schuin oplopende gevel waaronder zich een deel van het terras bevindt, aan de rechterzijde ontsloten met een tweeledige asymmetrische vensterdeur. Centraal een muurvlak met een geïntegreerde hemelwaterafvoer die uitmondt in een klein ondiep vijvertje, ingesloten door een laag lusvormig baksteenmuurtje. Links daarvan is er een vensterzone die omloopt naar de zuidwestgevel en de zuidelijke hoek van het huis insluit. De zuidwestgevel toont opnieuw de karakteristieke gevel met leienbekleding boven een plint van baksteenmetselwerk. Het zwarte leien muurvlak wordt doorbroken door drie rechthoekige vensters en een vensterdeur op de gelijkvloerse verdieping. De noordwestgevel  met dezelfde materialen, doch op de eerste bouwlaag met drie kleine venstertjes en op de eerste verdieping drie vensters waarvan de uiterste exemplaren verticaal gericht zijn en het middelste horizontaal geplaatst is. Tussen de rechter vensters klimt volgens de bouwaanvraag een externe schoorsteenpijp tot boven het dak uit. Volgens dezelfde bouwaanvraag werden de houten ramen uitgevoerd in meranti.

De onconventionele gevels herbergen een doordacht programma. De inkomhal loopt als een lus rond toilet en vestiaire en leidt zo tot een ruime living, met aansluitend de eetkamer die doorloopt in een keuken met eethoek. Aansluitend op de keuken volgt een werkruimte of berging die op haar beurt een doorgang heeft naar de garage. Vanuit de leefruimte leidt een trap naar de bovenverdieping met slaapkamers en badkamer.

De huidige indeling en inrichting zijn niet gekend.