Bungalow in expo-stijl, volgens een goedgekeurde bouwaanvraag van januari 1961 ontworpen door de Gentse architect Rob Kesteleyn voor de heer en mevrouw De Maeyer-Verdegem.

De bungalow op onregelmatig grondplan is gebouwd op een smal, vrij diep, rechthoekig bouwperceel, dat kunstmatig opgehoogd werd en dat aan de straatzijde zuidoostgericht is. Door de ophoging kon het pand onderkelderd worden en ontstond de mogelijkheid om ook elders in het interieur met niveauverschillen te werken. Dit is ook merkbaar in de volumeopbouw, waarbij de lager gelegen noordoostelijke voorbouw duidelijk onderscheiden is van een centraal, hoger opgetrokken deel en een lagere, zuidwestgerichte achterbouw.

De volumes onder vlinderdaken met uitkragende dakranden zijn volgens de plannen opgetrokken in een combinatie van grijze Scheldesteen, zwarte leisteen en gebouchardeerd wit beton, op een plint van gekloven blauwe hardsteen. Ook geverniste planchetten worden gebruikt als gevelafwerking voor enkele details, zoals bepaalde zones boven vensters of onder de dakrand.

De zuidoostgerichte straatgevel is vrij gesloten opgevat. De meer opengewerkte voorgevel is gericht op de noordoostelijke perceelsgrens. Het schrijnwerk van de rechthoekige vensteropeningen was hier volgens de plannen voorzien een levendige onderverdeling in kleine en grote rechthoeken, deels ingevuld met glasalpanelen, net zoals het geval was bij de zuidwestgevel. Het schrijnwerk werd echter vernieuwd, waarbij de onderverdeling verdween, wat de expressiviteit van de gevel vermindert. De vrij centraal geplaatste voordeur is ingebed in een vlak van glasbouwstenen en heeft een bescheiden, maar expressieve trapeziumvormige luifel. De gevel wordt verder verlevendigd door enkele vooruitstekende betonnen lijsten, die bepaalde onderdelen van het gevelvlak aflijnen. De noordwestgevel is volgens de plannen op de benedenverdieping van twee garagepoorten voorzien en is meer opengewerkt op de verdieping. De zuidwestgevel is eveneens opengewerkt, voornamelijk ter hoogte van de slaapkamers aan de straatzijde.

Volgens de plannen is het deel van de benedenverdieping aan de straatzijde ingericht als nachtvleugel, met vijf slaapkamers en een badkamer. Het deel aan de tuinzijde omvat de leefruimtes in open plan en een afzonderlijke bergruimte in de noordoosthoek. De keuken, ten noorden van de voordeur, wordt door een barmeubel of ontbijthoek gescheiden van de living met zithoek, eetplaats en bureel in één ruimte. Volgens de plannen was de zithoek voorzien van een haard, die veruitwendigd werd door een schouw met markante, vlindervormige bekroning. De huidige indeling van het interieur is niet bekend.

De combinatie van het materiaalgebruik, de volumewerking, de vlinderdaken en de expressieve details die de gevels verlevendigen, maken het pand tot een voor het Gentse eerder zeldzame getuige van de expostijl, die nog steeds herkenbaar is, ondanks enkele beperkte verbouwingen.