Tweegezinswoning, gebouwd in opdracht van de heer en mevrouw Meeus, naar een ontwerp van architect Herman De Witte uit 1976. Het ontwerp omvat twee wooneenheden, oorspronkelijk bedoeld voor de bouwheer en zijn schoonouders. De vormgeving en materiaalkeuzes getuigen van een moderne aanpak, gecombineerd met gematigd brutalistische accenten.
De woning omvat een hoofdvolume van twee bouwlagen en een dakverdieping onder een pannen zadeldak (nok evenwijdig aan de straat). Ten noordwesten bevindt zich een eenlaags volume, eveneens onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat) met een dubbele garage. Beide zijn verbonden door middel van een volume onder een plat dak met dakterras en buitentrap. Het witgeschilderde bakstenen parement wordt verlevendigd door elementen in zichtbare beton, voornamelijk horizontale banden en lateien.
Aan de straatzijde (zuid) is het volume dynamisch uitgebouwd. Opvallend is de brede insprong van de bovenverdiepingen aan de zuidwestzijde, waardoor ruimte ontstaat voor een ruim dakterras boven het volume van de begane grond. Het terras wordt afgelijnd met een brede betonnen band, die een plantenbak vormt, uitkraagt en doorloopt als luifel boven de linkse toegangsdeur, die de wooneenheid op de benedenverdieping ontsluit. Ook de rechtse toegangsdeur, die leidt naar de bovenverdieping, wordt afgelijnd met een gelijkaardige betonnen latei, net zoals andere muuropeningen. Ten oosten van de toegangsdeuren, wordt de straatgevel gemarkeerd door een gevelhoge uitbouw, die bovenaan beglaasd is en schuin afloopt in het dakvlak. Hierachter gaat de traphal schuil. De situering van de rechthoekige en quasi vierkante vensters vertaalt de inwendige planindeling en de aandacht voor privacy. Hoge, in een punt uitlopende vensters zijn voorzien in de oostgevel van het hoofdvolume en in de zuidgevel van de aanbouw, en verlichten zo de dakverdiepingen. Het oorspronkelijke, donker gebeitste houten schrijnwerk van de vensters en deuren is gedeeltelijk vervangen.
Tussen beide toegangsdeuren is haaks een hoge, bakstenen muur voorzien, die L-vormig afloopt en zo de oostelijke deur van inkijk afschermt. De muur garandeert eveneens de privacy tussen beide wooneenheden en is aansluitend bij het parement ook wit geschilderd. Ook aan de zuidwestzijde van de voortuinstrook legt een architecturaal element een relatie tot de buitenruimte. Zo is er een laag, eveneens wit geschilderd bakstenen muurtje voorzien, die samen met de achterliggende groenaanleg de privacy van het woongedeelte op de benedenverdieping garandeert. Ook in de buitenaanleg wordt gespeeld met het contrast tussen wit geschilderde baksteen en beton. De toegangen zijn bereikbaar via betonnen stapstenen, en ook de brievenbus is uitgewerkt in beton en silex.
Het volume omvat twee gelijkaardige wooneenheden met elk een afzonderlijke inkom met vestiaire op de benedenverdieping. Een traphal geeft uit in de nachthal van de woning op de bovenverdieping. Ten westen bevindt zich telkens de leefruimte, bestaande uit een zit- en eetplaats en een keuken, op de benedenverdieping voorzien van een ontbijthoek. Op de bovenverdieping is de leefruimte uitgebreid met een terras in de zuidwestelijke hoek en is er ook een trap aanwezig tot de zolderverdieping onder het dak. In de oostelijke helft van het volume bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en een toilet. De woning op de gelijkvloerse verdieping omvat in de doorgang tot de garage, een berging en een wasplaats. Het dak van dit volume doet dienst als terras, eveneens bereikbaar via een buitentrap, en geeft toegang tot een ‘speelzolder’ in het garagegebouw. Bij de woning op de bovenverdieping situeren de wasplaats en berging zich ten oosten van de keuken.
- Dienstencentrum Mariakerke, Bouwdossiers Mariakerke, 1976 MA 32.
- Informatie verkregen van de eigenaar (17 juni 2015).