Het sas van Dierendonck is een waterbouwkundige constructie gebouwd omstreeks 1867 waarin een schutsluis en een uitwateringssluis worden gecombineerd en waarbij de waterhuishouding in twee aparte waternetten, enerzijds voor de scheepvaart en anderzijds voor het polderbeheer, kan worden georganiseerd. Het sas maakt hierbij de verbinding tussen het bovenliggende scheepvaartwaternet (bestaande uit het Kanaal Duinkerke-Nieuwpoort en de IJzer, de Lavaart en het Kanaal Nieuwpoort-Plassendale en het onderliggende polderwaterlopennet van de Noordwatering Veurne (onder meer bestaande uit de Noordvaart of Veurne-Ambachtvaart, de Slijkvaart of Oostvaart en de Koolhofvaart).
Beschrijving
Het geheel bestaat uit een gladde sluis met een rechthoekige kom van 3,32 op 26,10 meter. De zijde van het Kanaal Duinkerke-Nieuwpoort is afgesloten door twee puntdeuren, die van elkaar wegdraaien. Deze bovenhoofddeuren zijn voorzien van ingebouwde schuiven uitgerust met tand- en heugelwerk. Daarachter zijn twee bijkomende puntdeuren opgesteld die andersom draaien. Dit betreffen vrije steekdeuren die onderaan beplankt zijn als vaste overlaatstuw. Aan de zijde Slijkvaart/Noordvaart zijn twee benedenhoofddeuren voorzien, dit zijn eveneens puntdeuren met ingebouwde schuiven uitgerust met tand- en heugelwerk. Op de beide sluishoofden zijn sponningen voorzien voor het plaatsen van tijdelijke schotbalken. De bediening van de buitenste paren puntdeuren gebeurde oorspronkelijk met behulp van de vier houten kaapstaanders en rechte ijzeren tandlatten. Als bouwmateriaal werd een rozegele baksteen in trasmortel gebruikt. De dek- en hoekstenen zijn van arduin, vastgezet met ijzeren doken. In de sluiskom bevinden zich een tiental natuurstenen haalkommen, terwijl zich aan beide zijden voor de sluishoofden ook telkens twee natuurstenen haalkommen bevinden.
Nabij de sluishoofden bevinden zich enkele ijzeren oogankers en dito haken die hoogstwaarschijnlijk door de 'Compagnie des Sapeurs-Pontonniers' zijn geplaatst of verplaatst in functie van de waterbeheersing tijdens de Eerste Wereldoorlog. Met deze haken, waarvan enkele zijn verdwenen, konden de sluisdeuren aan de uiterste punten permanent worden vastgezet. In enkele natuurstenen dekstenen zijn ook slijtsporen te zien van enkele oorspronkelijke bevestigingspunten die wellicht omwille van mechanische wrijving tijdens de inundatieperiode verplaatst werden.
De herstellingswerken aan de sluis na de beschadigingen tijdens de Eerste Wereldoorlog omvatten het aanbrengen van een nieuw baksteenparement met een rozegele mechanische baksteen en het herstel van de natuursteenpartijen, waarbij in de mate van het mogelijke met recuperatiemateriaal werd gewerkt. Enkele gedeelten werden met beton hersteld. Het sas behield hierbij zijn oorspronkelijk uitzicht. Over de schutsluis werd, wellicht ook met gerecupereerd oorlogsmateriaal, een smalle geklinknagelde passerelle gelegd. Daar werden later ijzeren balustrades aan toegevoegd.
De sluis heeft zijn functie als schutsluis verloren en doet nu enkel nog dienst als keersluis. Het omgevend landhoofd rond het sas bestaat uit een grazige ruigte begroeid met opgaande populieren. Langs het Kanaal Duinkerke-Nieuwpoort ligt een onverhard wandelpad dat via de ijzeren passerelle over de schutsluis leidt. De oeververdediging van het zuidelijke sluishoofd (kant Slijkvaart), aansluitend op het oude tracé van de Noordvaart bestaat nog ten dele uit originele, tijdens de Eerste Wereldoorlog gestapelde zandzakjes.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/30000/2514.1, Nieuwpoort/Koksijde(Duinkerke): Het sas van Dierendonck met omliggend landhoofd in Nieuwpoort en de sifon van de Kruisvaart in Nieuwpoort en Koksijde (Oostduinkerke) (K. Himpe, 2014). Auteurs: Himpe, Koen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)