Twee burgerhuizen in beaux-artsstijl gebouwd door de Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht". Nummer 23 werd in 1923 als eerste aangevat, voor rekening van toenmalig 'administrateur’ van de maatschappij Jan-Baptiste Romeo, later ook oprichter van de bioscoop "Roma" in Borgerhout. Nummer 22 volgde in 1924 voor eigen rekening van "Vooruitzicht", bestemd voor verkoop sleutel-op-de-deur. Voor dit perceel was door de maatschappij in 1921 al een eerste bouwdossier ingediend, in opdracht van Edgard Neels, dat niet tot uitvoering kwam. Uit de bouwdossiers valt de ontwerper van de woningen niet af te leiden.
De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog talrijke burgerhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Van 1909 tot aan de Eerste Wereldoorlog was Jules Hofman als hoofdarchitect van "Vooruitzicht" verantwoordelijk voor het ontwerp, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. In de Cuperusstraat realiseerde "Vooruitzicht" tussen 1911 en 1913 vijftien bouwprojecten, goed voor twintig huizen of de helft van het totaal aantal percelen in de straat. De percelen nummers 22 en 23 waren na de Wapenstilstand de laatste die door de maatschappij werden bebouwd.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten beide rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met houten kroonlijst, beantwoorden de gevelcomposities aan een axiaal opzet, met de klemtoon op de eerste verdieping. De bovenbouw van nummer 22 wordt gemarkeerd door kolossale, ingediepte pilasters, een brede bow-window met guirlandes en afdak, en hogerop een drielicht met chutes en een gecanneleerde fries. Op nummer 23 bepaalt een driezijdige erker met afdak en zijlichten de eerste verdieping, en accentueren parellijsten en onderdorpels de muuropeningen. Verder zijn de opstanden opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies, en op nummer 22 de gietijzeren voetschraper.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht beslaat de begane grond, geflankeerd door de keuken met pomphuis en wc in de achterbouw. Op de eerste verdieping bevinden zich een voor- en achterkamer in het hoofdvolume, een kamer en badkamer in de achterbouw. De tweede verdieping is beperkt tot de voor- en achterkamer, en het dakniveau herbergt twee mansardes.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1923#15396 (nummer 23), 1924#18290 (nummer 24), 1921#12356 (project Neels).