Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van het echtpaar Adriaan en Irma Neetesonne-Dens, naar een ontwerp door de architect Edward Van Not uit 1924. Een jaar eerder had Van Not voor ditzelfde perceel al een meer bescheiden woning ontworpen, een bouwproject van Louis Petré dat geen doorgang vond.
De woning Neetesonne-Dens behoort tot het rijpe oeuvre van Edward Van Not, die vanaf de jaren 1920 zijn privépraktijk combineerde met de functie van gemeentearchitect van Deurne. Waar hij vóór de Eerste Wereldoorlog in zijn talrijke woningontwerpen de neostijlen afwisselde met de art nouveau, paste hij tijdens de jaren 1920 simultaan de beaux-arts-, de cottage- en de art-decostijl toe, om vervolgens te evolueren naar een gematigd modernisme. Uit deze periode dateren het appartementsgebouw Van der Avoort en "Résidence Plantin" aan de Plantin en Moretuslei, die in Antwerpen behoren tot de eerste generatie hoogbouwflats van hoge standing, opgetrokken na de Eerste Wereldoorlog.
De rijwoning met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een pseudo-mandarde. Een aan de laat-barok ontleende opstand met in- en uitgezwenkte geveltop, wordt gecombineerd met een ornamenten en lijstwerk typisch voor de art deco. Het gevelfront onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen gecombineerd met rood baksteenmetselwerk in kruisverband, en gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en leien als dakbdekking. Geritmeerd door kolossale pilasters met getrapt topstuk, legt de compositie de klemtoon op de brede middenas. Deze laatste wordt op de bel-etage gemarkeerd door een driezijdige erker met afdak, en hogerop door een medaillon en drielichten, in de geveltop met centraal rondboogvenster. Het portaal met entablement werd oorspronkelijk geflankeerd door een drielicht met pilasters, in 1973 verbouwd tot garagepoort. Het schrijnwerk van de inkomdeur en vensters, oorspronkelijk met glas-in-loodramen in de bovenlichten, is vernieuwd.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal. Behalve de vestibule en traphal biedt de lage begane grond volgens de bouwplannen ruimte aan de ontbijtkamer (verbouwd tot garage), de keuken en de vestiaire. Een enfilade van salon, hall en eetkamer met terras beslaat de bel-etage. De tweede verdieping omvat twee slaapkamers, een linnenkamer, badkamer en een terras (dichtgebouwd); op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1924#18027 (project Neetesonne-Dens), 1923#15868 (project Petré).