Architect Van Mossevelde ontwierp volgens een bouwaanvraag van 1975 op een ruim, zuidelijk georiënteerd en ingesloten perceel een woning voor de familie David – Coene in een innoverende laatmodernistische stijl met brutalistische elementen. De villa werd opgetrokken in zandkleurige Scheldesteen in halfsteens verband onder plat dak. Kenmerkend is het verzorgde parement in metselwerk met afwisseling van rechte en afgeronde hoeken en de ramen in donkergrijs geschilderde stalen profielen met grijs isolerend glas.

Aan de straatzijde is de villa heel erg monolithisch en gesloten, een kenmerkend element in de architectuur van Van Mossevelde. Hier bevindt zich een verzonken bouwvolume met twee bouwlagen. Een dalende inrit aan de noordzijde leidt naar een brede garagepoort waarboven een massief monolithisch blok in metselwerk een halve meter uitkraagt. Dit massieve volume heeft aan de noord- en oostzijde geen vensters. Net onder de overkraging loopt een langgerekt bandraam dat begint ter hoogte van de garagepoort en doorloopt rond de hoek van de noordgevel naar de oostgevel. Aan de oostzijde, tussen de fraai gemetste afgeronde hoeken van het eerste en het tweede bouwvolume bevindt zich een insprong die leidt tot de inkom onder een diepe luifel. Het tweede bouwvolume is aan deze zijde helemaal gesloten. De gevel van de zuidzijde van de woning bestaat deels uit een klein volume in metselwerk met een bandraam ter hoogte van de keuken en een deel dat fors uitspringt en volledig beglaasd is. De typische zwartgrijze stalen profielen verdelen de plafondhoge vensters in ramen met donkergrijs gekleurd glas en een blinde strook zwart glas die tot tegen aan de dakrand reikt. Ten westen loopt de gevel door met dezelfde opbouw. Het uitspringende bureaugedeelte is dan weer uitgewerkt in metselwerk met ronde hoeken en een volledig beglaasd deel. Daarachter buigt de gevel terug met een afgeronde en een rechte hoek in metselwerk tot aan de centrale hal. Vandaar loopt een glazen wand terug tot aan de westgevel van het eerste bouwvolume.  Hier zien we dat het baksteenmetselwerk onderbroken wordt door een lang bandraam ten behoeve van de halfverzonken verdieping en daarboven door de drie ramen van de slaapkamers. Volgens recentere bouwplannen van architect Dirk Hulpia uit 2012 werd in de hoek van het eerste en het tweede bouwblok een bijkomend volume gecreëerd aansluitend op de hal.

De aaneenschakeling van beide bouwblokken creëerde centraal in de woning een ruime hal die de allure had van een patio, een element dat regelmatig terugkomt in het oeuvre van architect Van Mossevelde. Aan de noordzijde het bouwblok met op de benedenverdieping de garage en de nutsruimtes en daarboven de slaapkamers en de badkamer. Aan de zuidzijde is er de logische opvolging van de vestiaire en sanitair, keuken en koele berging, eetkamer en living. Tegenover de inkom situeerde zich het bureau. De inplanting van de woning en de onderlinge plaatsing van de ruimtes zorgen voor een intelligent architecturaal programma. De geslotenheid aan de straat- en inkomzijde creëert geborgenheid en rust, wat typerend is voor de architectuur van Van Mossevelde. De grote vensterpartijen die uitkijken op de omhaagde tuinzijde bieden dan weer een open kijk op het omgevende groen.

De huidige toestand van het interieur is niet gekend.