Deze dorpswoning met rechts aanpalend bijgebouw is gelegen in het vroegere gehucht Kleine ruige heyde. Het bijgebouw was oorspronkelijk een woonhuis, gebouwd omstreeks 1912 in opdracht van Petrus Vainqueur, arbeider te Zandvliet. In functie hiervan is het oorspronkelijke huis van omstreeks 1864 afgebroken. De huidige woning links is gebouwd omstreeks 1931, in opdracht van Cornelius Jansen-Mees, aardewerker te Zandvliet.

Het verankerde woonhuis heeft twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met mechanische pannen, met de nok evenwijdig aan de straat. Het betreft een bakstenen lijstgevel op gecementeerde plint, voorzien van getoogde openingen onder een fries van geglazuurde tegels met bloemmotief. Venster en deur zijn voorzien van een hardstenen dorpel. De linkerzijgevel bezit nog een houten zoldervenster.

Rechts aanpalend bevindt zich een gecementeerd en verankerd bijgebouw, evenwijdig met de straat, onder zadeldak met oude Vlaamse pannen. Het bijgebouw was oorspronkelijk een woning, maar werd wellicht na de bouw van de nieuwe woning in 1931, omgevormd tot bijgebouw met stal. De straatgevel is enkel voorzien van een venster met een luik in kunststof, echter nog met oud beslag. Er zijn sporen van een tweede venster zichtbaar. De stal heeft aan rechterzijde een aanbouw onder lessenaarsdak. Eertijds stond er een haag voor de stal. De plint van het woonhuis en stal zijn lichtgroen geschilderd, bij deze laatste slechts gedeeltelijk uitgevoerd of bewaard.

Deze boerenwoning met aanpalende stal is opgericht in het gehucht Kleine ruige heyde.

Het woonhuis is gebouwd omstreeks 1912 in opdracht van Petrus Vamiqueur, arbeider te Zandvliet. In functie hiervan is het oorspronkelijke huis van omstreeks 1864 afgebroken. De stal aan rechterzijde is toegevoegd omstreeks 1931, in opdracht van Cornelius Jansen-Mees, aardewerker te Zandvliet.

Het verankerde woonhuis heeft twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met mechanische pannen, evenwijdig met de straat. Het betreft een bakstenen lijstgevel op cementplint, voorzien van getoogde openingen onder een fries van geglazuurde tegels met bloemmotief. Venster en deur zijn voorzien van een hardstenen dorpel. De linkerzijgevel bezit nog een houten zoldervenster.

Aanpalend bevindt zich een gecementeerd en verankerd stalvolume, evenwijdig met de straat, onder zadeldak met oude pannen. Het is voorzien van een venster met houten luik, nog met oud beslag. De plint van het woonhuis en stal zijn lichtgroen geschilderd, bij deze laatste slechts gedeeltelijk uitgevoerd of bewaard. De stal heeft aan rechterzijde een aanbouw onder lessenaarsdak. Eertijds stond er een haag voor de stal.