Cottagegetinte serristenvilla uit het interbellum, de tweede bloeiperiode van de druiventeelt in de streek. Achter de villa liggen nog bewaarde voorbeelden van de twee grote types druivenserres: met een geknikte en een gebogen vorm. Deze combinatie van villa met nog bijhorende serres wordt zeldzaam.

De woning is kadastraal geregistreerd in 1926 samen met 18 serres achteraan op het perceel in eigendom van bediende Henri Charliers – Sylvain en serrist Romain Charliers – Belang. Tijdens het interbellum zullen hier nog verschillende serres bijkomen. De meest recente serres zijn nog steeds in gebruik.

Villa van twee bouwlagen onder een pannen zadeldak met de nok loodrecht op de staat. Gecementeerde en geschilderde gevels met gebosseerde onderbouw, geblokte omlijstingen en pseudovakwerk in de puntgevel. Terugspringende linkertravee met toegang onder een klein houten portaal in de oksel en rechts driezijdige erker. Segmentboogvormige muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Tegen de linkerzijgevel is een recentere woning aangebouwd.

Achter de woning zijn nog verschillende traditionele serres van het "standaardtype" bewaard en in gebruik. Het gaat om serres met een geknikte vorm en houten gebint. Ook de stookplaatsen met steenkool onder de serres zijn bewaard. Helemaal achteraan zijn ook nog serres van het meer zeldzame gebogen type bewaard, hier met houten gebint.