Modernistische villa gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1959 naar ontwerp van de Gentse architect Daniël Craet in opdracht van J. Augustyn.

Kenmerkende woning binnen het oeuvre van architect Craet en representatief voor zijn ontwerpprincipes. Craet hield steeds rekening met de condities van het perceel en paste de inplanting hieraan aan. Ten gevolge van de aanwezige op het perceel en een vijver die in de voortuinstrook aanwezig was en werd opgevuld, is de woning diep op het perceel gelegen. De voortuin wordt vandaag nog steeds gekenmerkt door een sterk groen karakter, waardoor de woning afgeschermd is van inkijk. Vanuit een grote bezorgdheid over oriëntatie en bezonning, ook eigen aan de architect, kon de zuidelijk georiënteerde straatgevel binnen deze condities opengewerkt worden zonder te hoeven inboeten aan privacy van de bewoners.

Gedeeltelijk onderkelderde woning waarbij de compositie van de voorgevel de planindeling op basis van vier split-levels vertaalt, namelijk tot een asymmetrische opbouw met links een halfondergrondse garage. Dit aspect is frequent toegepast door Craet, evenals de keuze voor een strak volume onder een licht hellend dak, waarvan de voorgevel gevat is tussen vooruitspringende zijgevels. Typerend materiaalgebruik, meer bepaald wit geschilderde, in streeksteen gemetselde gevels, die contrasteren met donkere accenten, zoals de zwarte geschilderde plint, kroonlijst en een deel van het schrijnwerk. De straatgevel is geopend met grote, rechthoekige vensters, met op de bovenverdieping een doorlopend balkon ter hoogte van slaapkamers. De schikking van de vensters in de verschillende gevels, zoals bandramen en met glasdallen ingevulde vensterpartijen, vertaalt de erachter gelegen functies en stemt overeen met de oriëntatie en de nood aan privacy. Het bewaard houten en metalen schrijnwerk van de vensters en de toegangsdeur geflankeerd door zijlichten en een bovenlicht, wordt gekenmerkt door een fijne roedeverdeling. De oorspronkelijke garagepoort, voorzien van een strakke, metalen klink, werd vervangen.

Volgens de bouwplannen omvat de woning in het halfondergrondse niveau een lage bergruimte voor het tuingerief en de garage, die verbonden is met de lager gelegen kelder. Op de gelijkvloerse verdieping wordt de hal links geflankeerd door een kleedkamer met toilet. Aan de zuidelijke zijde is de grote, open woonkamer gelegen die een zit-, eet- en werkhoek omvat. De keuken met eigen eethoek bevindt zich aan de achterzijde en wordt gedeeltelijk van de woonkamer gescheiden door een kastenwand met doorgeefluik. De keuken is via een dienstruimte met wasplaats, verbonden met de achtertuin. Op het derde niveau, boven de garage, bevindt zich een bureau en een logeer- of speelkamer. Het hoogste niveau omvat drie slaapkamers, die uitgeven op het doorlopende balkon in de voorgevel, evenals een bad- en douchekamer. Craet voorzag ook de uitrusting van diverse kamers, zoals de keuken, de badkamer en de veelvuldig aanwezige ingemaakte kasten.