Modernistische bungalow naar ontwerp van architect Daniël (Dan) Craet, kadastraal geregistreerd in 1960 en gebouwd in opdracht van Georges Saelens-Minnebo.
De bungalow vormt een typisch voorbeeld van Craets vroege ontwerpprincipes en is gelegen in de nabijheid van Craets eigen woning en die van zijn schoonvader (Verschansingsstraat 4 en 6), ontworpen in 1955. Ook getuigen de omliggende straten in Drongen en Mariakerke van een hoge concentratie van ontwerpen van Craets hand. Zo bevinden zich aan de Verschansingsstraat, Korte Rijakkerstraat en de Edgard Blancquaertstraat meerdere ontwerpen van hem. Voor enkele vroege realisaties werkte hij samen met architecten Olivier Nowé en René Heyvaert, die daar op familiegronden van Nowé meerdere modelontwerpen realiseerden. Aan de Emiel Poetoustraat ontwierp Craet ook woning Meeus-Andries (nummer 10) in 1959 en de – heden verbouwde – beeldhouwerswoning van Emiel Poetou met atelier (nummer 23) in 1961, beide eveneens bungalows.
Woning Saelens-Minnebo is opgevat als een eenlaagse bungalow boven een halfondergronds niveau met garage. De woningen aan de Verschansings-, Korte Rijakker- en Edgard Blanquaertstraat getuigden daarentegen van een complexere planindeling en een ruimtewerking op basis van split levels. Hoewel dit hier niet aanwezig is, koos Craet wel voor het gebruik van een typisch vlinderdak, parallel aan de straat en aansluitend bij de expostijl. Het dak kraagt uit aan de voor- en achterzijde tot een luifel en versterkt zo de volumewerking van het geheel. Ook de licht uitspringende geveldelen dragen hiertoe bij, evenals de contrasterende afwerking van de bakstenen onderbouw met een zwarte beschildering ten opzichte van de witte bepleistering van het gelijkvloerse niveau. De straatgevel wordt afgelijnd door een donker afgewerkte houten beplanking.
Aangezien Craet ook een grote aandacht had voor de oriëntatie van zijn woningen, is de naar het zuiden georiënteerde voorgevel sterk opengewerkt. Door het leefniveau licht te verhogen boven dat van de straat wordt inkijk vermeden en de privacy van de bewoners gegarandeerd. De volumewerking wordt ter hoogte van de voorgevel bijkomend gemarkeerd door een strakke beglaasde erker op een bepleisterde en met silexdallen afgewerkte onderbouw. Het uitkragende platte dakje hierboven loopt door naar het oosten en vormt een luifel boven de toegangsdeur, aan de oostzijde ondersteund door een silexplaat. Ook de toegangstreden tot het bordes en de oprit naar de halfondergrondse garage, die zich ten zuidwesten bevindt, zijn uitgevoerd in silexdallen. Het oorspronkelijke, wit geschilderde metalen schrijnwerk van de rechthoekige vensteropeningen is gedeeltelijk bewaard. Opvallend is de aanwezigheid van enkele kleuraccenten in het schrijnwerk, zoals de verticale, rode stroken op de zwart geschilderde garagepoort, de voordeur in blinkende, rode Glasal, en de glasdallen in verschillende groottes naast de toegangsdeur, waarvan sommige ook in gekleurd glas zijn uitgevoerd. Tegen de voorgevel is boven de garage een metalen armatuur met de voorstelling van een hert bevestigd.
Op het moment van herinventarisatie (2015) was in het interieur de typische houten doorgeefkast tussen keuken en living bewaard, die Craet ook in andere nabijgelegen realisaties integreerde.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen en bijhorende mutatiestaten Gent, afdeling XXVII (Drongen), 1960/9.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/125.1, Woning Burssens (VERHELST J. 2018).