Burgerhuis opgericht naar ontwerp van Paul Smekens uit 1932. Het is gebouwd in opdracht van Theo Bludts, een industrieel woonachtig Baron D’Hanislaan 20. Dit pand en de woning Danckaert uit 1933 in de Volhardingstraat zijn de enige privé-woningen waarvoor Smekens het ontwerp tekende in de Tentoonstellingswijk. De bouwstijl sluit aan bij het gematigd, zakelijk modernisme dat deze architect ontwikkelde in de loop van de jaren 1930. In die periode was hij vooral actief in de Tentoonstellingswijk, waar hij tussen 1932 en 1935 niet minder dan veertien bouwprojecten tot stand bracht, enkele voor eigen rekening. Op de twee bovenvermelde eengezinswoningen na, betrof het uitsluitend opbrengsteigendommen, van bescheiden meergezinswoningen tot grotere appartementsgebouwen zoals het flatgebouw aan de Camille Huysmanslaan, waar Smekens van 1936 tot 1980 resideerde.

Deze half vrijstaande rijwoning is drie bouwlagen hoog, onder een plat dak. De gevel heeft een hardstenen plint waarboven een parement van gele bezande handvormbaksteen in halfsteensverband met Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen - onder een gevelbekroning met zwart verlakte muurkappen. Hier onder zijn verluchtingsgaten voorzien. De voorgevel is ingedeeld met twee venstertraveeën en was oorspronkelijk voorzien van een garagepoort, bestaande uit een vouwdeur met paneeltjes in gesmeed ijzer. Recent is deze vervangen door een sectionaalpoort. Het stalen vensterschrijnwerk met spiegelglas is heden vervangen door houten schrijnwerk. Hoewel de leesbaarheid van het baksteenvolume primeert, zijn er uitgesproken accenten in blauwe hardsteen voor wat betreft de dagkanten en de dorpels van de vensters en de geprofileerde omkadering van de garagepoort. De voordeur bevindt zich in de zijgevel en was oorspronkelijk bereikbaar langsheen een smeedijzeren poortje. De toegang is hier geaccentueerd door de betraliede vensters ter verlichting van de achterliggende garage, vestiaire en diensttrap, onder een ondiepe hardstenen luifel. De interne opdeling met privé- en dienstgedeelte is vertaald in de asymmetrische vensterpartijen van de zijgevel. Achteraan de zijgevel is er nog een diensttoegang tot de keuken.

Vanuit de vestibule worden in eerste instantie de functionele ruimten langsheen de zijgevel ontsloten: de garage aan straatzijde en de keuken, vestiaire en office achteraan. Links hiervan bevinden zich de woonvertrekken: het bureau aan straatzijde en de ruime eetkamer achteraan met een groot venster op de tuin. Vanuit de traphal als scharnier wordt de eerste verdieping ontsloten met aan straatzijde de grote slaapkamer en aanpalende badkamer. Achteraan bevindt zich de woonkamer uitgevend op een overdekt terras met glazen Heywood-koepel en buitentrap naar de tuin. Enkel via de diensttrap, die geflankeerd is door een bureau en kleine slaapkamer, is er toegang tot de tweede verdieping, waar vooraan twee slaapkamers en achteraan een speel- en meidenkamer gesitueerd zijn. Beide trappenhuizen zijn voorzien van dakkoepels.