Meergezinswoning opgericht in 1935 op de hoek van de Vlaamsekunstlaan en de Volhardingstraat, naar ontwerp van architect Paul Smekens. Het pand is gebouwd in opdracht van de kleermaker Gustaaf Goemans-Rigole. Het is een voorbeeld van het gematigd, zakelijk baksteenmodernisme dat Smekens ontwikkelde in de loop van de jaren 1930. In die periode was de architect vooral actief in de Tentoonstellingswijk, waar hij tussen 1932 en 1935 niet minder dan veertien bouwprojecten tot stand bracht, enkele voor eigen rekening. Op twee eengezinswoningen na, betrof het uitsluitend opbrengsteigendommen, van bescheiden meergezinswoningen tot grotere appartementsgebouwen zoals het flatgebouw gelegen aan de Camille Huysmanslaan, waar Smekens van 1936 tot 1980 resideerde.
Dit complex van drie bouwlagen onder plat dak staat tegenover appartementsgebouw Debaeke-Wemaere, ook naar ontwerp van Smekens uit 1935, dat op het gelijkvloers een winkel herbergt. Voor de woning Goemans-Rigolle tekende de architect een hoekrisaliet, uitkragend vanaf de eerste verdieping. De pui is bekleed met platen in blauwe hardsteen, waarboven een gevelparement, dat oorspronkelijk in grijsgele bezande handvorm baksteen was voorzien, maar uitgevoerd is in bruinrode baksteen in halfsteens verband met Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen. Voor de gevel-dekstukken, vensterdorpels, deuromlijsting en linteau’s was Euville Mabrerie voorzien. De bouwtekening toont een inkomportaal met daarboven een patrijspoort ter verlichting van de achterliggende vestibule. De oorspronkelijke voordeur, versierd met kepermotief en met smalle verticale lichtstrook met spiegelglas, is vervangen maar de flankerende gebogen stijlen in blauwe hardsteen zijn behouden. Oorspronkelijk waren er eikenhouten ramen (voor en achter), die integraal vervangen zijn.
Het gebouw omvat drie flats, één per bouwlaag, met goed verlichte kelderruimtes, onder meer voor de aanvoer van kolen. Vanaf de Vlaamsekunstlaan is toegang tot een vestibule van waaruit de kelder en de verdiepingen ontsloten zijn. De indeling van de appartementen volgt een vast stramien: de woon-, eet- en slaapkamers zijn aan straatzijde gesitueerd terwijl keuken en badkamer zich achteraan bevinden, verlicht en verlucht door een ruime koer. De gevel diende hier in klampsteen uitgevoerd te worden. De woonkamers waren volgens de oorspronkelijke bouwplannen voorzien van schouwmantels met een binnenbekleding van doffe gele tegels en een omlijsting van Ste Anne marmer.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1933#43485.
- DINET P. 1979: Paul Smekens opleiding en architectuur tot 1940, onuitgegeven verhandeling, Hoger Instituut Sint-Lukas, Gent, 51-55.
- SERNEELS H. 1936: Un architecte de qualité Paul Smekens, Bâtir 5.44, 766-767.
- VANDEKERCKHOVE F. 2002: De tentoonstellingswijk te Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Rijksuniversiteit Gent, 161-163.