Het Sint-Elisabethbegijnhof heeft een grosso modo vierzijdig grondplan met huisjes gegroepeerd rond twee binnenpleinen met grasperken, gekasseide bestrating, een kerk, een kapel en aaneensluitende woonhuizen rondom. Het begijnhof wordt in het westen begrensd door de Begijnhofstraat, één van de oudste straten van de stad, reeds vermeld in de 14de eeuw onder de naam "Raepsaetstraet". De oostzijde van deze straat omvat een gaaf bewaarde en beeldbepalende eenheidsbebouwing uit 1855 met een fraaie muurnis met een beeld van Sint-Rochus. Het Begijnhofpark (ten oosten van het begijnhof) en de Begijnhofstraat vormen een bufferzone voor het begijnhof.
Het begijnhof wordt aan de oostzijde omgeven door de bebouwing langs de Groeningestraat en Begijnhofpark. De Groeningestraat is een straat met belangrijke architecturale realisaties die de Kortrijkse architectuurgeschiedenis illustreren, zoals onder meer de 16de- en 17de-eeuwse bouwstijl met de kapel en de overige resten van de Groeningeabdij, de rococostijl, de empirestijl, de neoclassicistische bouwtrant, de neo-Vlaamserenaissance en de architectuur beïnvloed door Arts & Crafts en Berlage. De Groeningestraat vormt een rechte straat waarvan het beeld gedomineerd wordt door de talrijke grote herenhuizen en de kapel van de Groeningeabdij. Ondanks de wijzigingen in het straatbeeld gedurende de 20ste eeuw heeft de Groeningestraat toch een vrij homogeen karakter en een relatief grote gaafheid weten te behouden. Essentieel in het historisch gegroeide geheel zijn de breedhuizen van twee tot drie bouwlagen met hun bepleisterde en beschilderde lijstgevels, overwegend met 19de-eeuws uitzicht. De architectuur gaat terug tot de 14de eeuw en omvat enkele belangrijke 18de-eeuwse panden. Belangrijk is ook de site van de vroegere Groeningeabdij waarvan het neerhof en enkele vroegere tuingronden, zoals de grote tuin en de siertuin, geïncorporeerd zijn in het Begijnhofpark. De Groeningestraat lag vroeger buiten de stadsomwalling die liep achter de Onze-Lieve-Vrouwekerk; de bewaarde perceelindeling volgt nog de stadsmuur en de lijn van de gedichte Nedervijver gelegen naast de stadsmuur.