Appartementsgebouw in modernistische stijl uit 1935, opgetrokken in 1936, naar ontwerp van architect René Grosemans. Het pand is gebouwd in opdracht van mevrouw Reypens-Voets. In 1935 verhuist René Grosemans van Borgerhout naar een eigen realisatie in de Camille Huysmans 110. Kort daarna tekent hij het ontwerp voor een dubbel appartementsgebouw op de aanpalende percelen nummers 112-114. Twee jaar later wordt hij net als Jan Jacobs en Paul Smekens lid van de interdisciplinaire groep Antwerpen 1937. Aan het hoofd staan kunstcriticus Roger Avermaete en architect Léon Stynen. De groep richt zich enerzijds tegen kwaliteitsloze massaproductie en anderzijds tegen een individuele kunst-om-de-kunst. Alle aangesloten architecten worden verzocht samen te werken met kunstenaars én met de industrie. Veel van hen zijn actief in de Tentoonstellingswijk in de jaren 1930. In een aantal gevallen is er sprake van samenwerking tussen de betrokken architecten en kunstenaars.
Het appartementsgebouw is vier bouwlagen hoog onder plat dak. Het rechter gedeelte, uitgewerkt als sterk vooruitspringend risaliet, vangt de verbreding op die de rooilijn van de Camille Huysmansmanslaan hier maakt. Hetzelfde geldt voor het pendant aan de overzijde van de straat, het eveneens door Grosemans ontworpen nummer 112. De pui is bekleed met blauwe hardsteen met centraal een toegangsdeur en aan weerszijden een garagepoort. De sobere lijstgevel heeft een parement uit gele baksteen in halfsteens verband met Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen. Per verdieping is één appartement voorzien, waarvan de woonvertrekken gemarkeerd worden door over de hoek doorlopende bandramen met hardstenen dorpels en rollagen ter hoogte de lateien. Aan de overgang met het arrière-corps zijn deze vensters onderbroken door een muurdam met witte geglazuurde parementstenen. Van de oorspronkelijk voorziene garagepoorten is het linker exemplaar recent vervangen door een sectionaalpoort en het rechter gewijzigd uitgevoerd ten aanzien van de bouwplannen of later omgevormd tot venster. Op de verdiepingen is het oorspronkelijk houten of stalen vensterschrijnwerk vervangen door pvc. Volgens de bouwplannen was de gevel oorspronkelijk met leistenen afgedekt.
De plattegrond is georganiseerd rond een centraal trappenhuis van waaruit de verdiepingen ontsloten worden. De begane grond is voorzien voor gemeenschappelijk gebruik met achter de garages een kleedkamer en verder een was- en rommelplaats. De appartementen zijn steeds ingedeeld met woonvertrekken aan straatzijde en keuken en slaapkamer met annex badkamer aan de achtergevel. De leef- en slaapkamers hebben parketvloeren terwijl de keukens en badkamers voorzien zijn van betegelde betonvloeren.
- Architectuurarchief Antwerpen: K.M.B.A., fiche lidmaatschap, René Grosemans.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#4030.
- VANDEKERCKHOVE, F. 2002: De tentoonstellingswijk te Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, Rijksuniversiteit Gent, 174-176.