Modernistisch burgerhuis gebouwd in 1934 in opdracht van de Hubert-Alfons Ritzen, naar ontwerp van architect François Dens. Zijn oeuvre omvat verscheidene woningen en appartementsgebouwen in art-decostijl waaronder een aantal op de Jan van Rijswijcklaan te Antwerpen. Dens ontwierp tijdens de jaren 1930 ook enkele modernistische projecten, waaronder zijn samenwerking met Léon Stynen voor het casino van Knokke. Ritzen was in 1937 hoofdconducteur der stadswerken. In 1951 was hij werkzaam in de haute couture.

Deze rijwoning is drie bouwlagen hoog onder plat dak. De voorgevel is opgebouwd uit twee ongelijke traveeën, waarvan de linker als inkomtravee is uitgewerkt. De lijstgevel is afgewerkt met een rood baksteenparement in combinatie met witte natuursteen. Volgens de bouwplannen was nochtans een gele parementsteen voorzien. De pui is voorzien van een sokkel in blauwe hardsteen. De bovenbouw kenmerkt zich door afwisselende stroken van platvol gevoegde bruine parementsteen, in halfsteens verband én als registers uitgewerkte vensterpartijen, voorzien van met Fransche steen beklede muurdammen. De dakrand is voorzien van een afdekking met kleine dekstenen in witte hardsteen, zoals werd voorgeschreven in de bouwtoelating. Het horizontaliserende karakter wordt benadrukt door het gebruik van uitkragende, doorlopende onder- en bovendorpels, en de strakke arduinen luifel ter hoogte van het inkomportaal. Dit wordt gecounterd door de opwaartse beweging van het brede venster op het gelijkvloers, met flankerende langgerekte panelen in blauwe hardsteen, aansluitend op een sterk uitkragende borstwering, waarop een volledig beglaasde rechthoekige erker op de eerste verdieping. Daarnaast verleent de patrijspoort ter hoogte van de inkom de rechtlijnige gevel een dynamisch accent. De voordeur is vervangen maar het metalen vensterschrijnwerk, bestaande uit vier- en zesdelige ramen in witgelakt staal is bewaard gebleven.

De oorspronkelijke bouwplannen tonen aan dat de woning volledig onderkelderd is met een reeks bergruimtes, een wijnkelder en enkele technische lokalen. Het gelijkvloers is aan linkerzijde uitgewerkt met een vestibule en traphal die toegang verschaffen tot een kantoor met achterliggende eetkamer, die verbonden is met een keuken. Beiden geven uit op een koer en een stadstuintje met tegen de keuken aangebouwd een buitentoilet. De eerste verdieping biedt volgens de bouwplannen ruimte aan twee achter elkaar gelegen slaapkamers, waarvan één aan de voorzijde ter hoogte van de erker. Aanpalend aan straatzijde is nog een kamer, die gescheiden is van de achterliggende toilet en badkamer door de traphal. De tweede verdieping heeft eenzelfde indeling zij het dat hier achter het toilet een verder niet benoemde kamer is aangegeven.