Vrijstaande dorpswoning met voortuin, in 1917 gebouwd voor landbouwer Joseph Jan Gabriels. De woning vertoont gelijkenissen met het kort voordien voor een verwante opgetrokken nummer 25, maar is rijkelijker gedecoreerd.

Het dubbelhuis heeft drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat). De bakstenen voorgevel met knipvoegen heeft een blauwe hardstenen plint met gietijzeren ventilatieroosters. De decoratieve band tussen de verdiepingen, de borstweringen en rollagen van de getoogde openingen, de omlijstingen van de tegelfriezen en de onderzijde van het balkon zijn uitgevoerd in wit-, ivoor- en groengeglazuurde bakstenen. De keramische tegels in de friezen met tweedelig rapport hebben een decor van lelies en vogels. De centrale toegangstravee is benadrukt door een balkon met een verzorgde metalen gebombeerde balustrade, waarin de rozetten en bloemmotieven geaccentueerd zijn met een goudkleurige afwerking. Het is eveneens opgevat als luifel boven de toegang en is aan de onderzijde ingevuld met witte en groene geglazuurde bakstenen. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk (venster- en deurschrijnwerk, brede houten kroonlijst op eenvoudige klossen) is gaaf bewaard. In de toegang zijn de deurpanelen versierd met smeedijzeren grille, kroon- en tandlijst; de beglazing is evenwel vervangen. Op de benedenverdieping hebben de schuiframen consoles. Onder het met vervangen dakpannen beklede dak is de wit geschilderde houten kroonlijst op eenvoudige klossen waartussen panelen bewaard.

De spijlen van het oorspronkelijke metalen hekwerk aan de straat zijn bekroond met goudgekleurde Franse lelies. De verharding in de voortuin is vervangen, maar de voetenschraper in blauwe hardsteen is gerecupereerd. De beplante voortuin wordt gedomineerd door een Araucaria.