Deze half vrijstaande burgerwoning van twee bouwlagen in een eenvoudige cottagestijl is in 1928 opgetrokken voor landbouwer Petrus De Koning-Van der Linden. Het volume heeft een vooruitspringende rechtse travee met erker, waartegen een houten toegangsportiek met rondboogversiering en met leien gedekt lessenaarsdak in de linkse travee. Het is toegankelijk met blauwe hardstenen treden en heeft een verharding van keramische rode tegels. De erker heeft een hardstenen plint met ruitvormig gebouchardeerde versiering, betonnen wit geschilderde ontlastingen, een oculus in de zijgevel en een decoratief gedekte leien dakbekleding. In de toegangstravee zijn de vensteropeningen rondboogvormig. Links van de toegang bevindt zich bijkomend een dieperliggende, smalle travee met rondboogopeningen.
Het oorspronkelijke deur- en vensterschrijnwerk is bewaard met naast de toegang nog de beglazing in glas in lood. De bakstenen gevels zijn bovenaan versierd met gecementeerd imitatievakwerk. Het schilddak met houten kroonlijst op klossen is gerenoveerd met nieuwe leien en halfrond dakvenster.
Aan de straat is de oorspronkelijke afsluiting van bakstenen pijlers waartussen een verzorgde metalen geklonken balustrade bewaard. In de voortuin is de verharding van breuksteen nog aanwezig.
- Kadasterarchief Antwerpen, 212: Kadastrale legger, Berendrecht, artikelnummer 1582.
- Kadasterarchief Antwerpen, 207: Mutatieschetsen, Berendrecht, 1928/12.