Tot woningen en magazijn omgevormd vroeg-20ste-eeuws industrieel complex, gekenmerkt door rode bakstenen lijstgevels met achthoekige metalen ankers.

Historiek

Omstreeks 1905 is ter hoogte van huisnummers 4, 6 en 8 door de gemeente Berendrecht één volume opgetrokken dat aanvankelijk in gebruik gegeven werd aan de Maatschappij Van Der Linden De Swerts C°, en vanaf 1909 aan brouwer Jan-Henri Van Osta-Buts. Volgens de kadastrale legger is het zeker vanaf 1923 in gebruik door beenhouwer Jan-Frans Van Reeth-Segers.

In 1924-1925 is het opgesplitst en omgevormd tot woningen, en is de open koer aan zijde van de Biestraat overdekt. In 1931 zijn de nummers 4 en 6 gedeeltelijk herbouwd. Dan zijn de eigendommen verkocht aan verschillende eigenaars. Circa 1944 is het nummer 8 verbouwd en opgedeeld in een huis en magazijn voor maalder Petrus Adrianus Leyten-Plompen. Het woonhuis nummer 6 is in 1946 geheel hersteld. In 1961 wordt het woongedeelte opnieuw ingeschreven als magazijn.

Beschrijving

Het bakstenen hoekvolume (nummer 4) van twee bouwlagen onder zadeldak (nok evenwijdig aan de Monnikenhofstraat) dateert van 1905, en verwijst nog duidelijk naar de oorspronkelijke industriële bestemming. Het heeft een gecementeerde gezwarte plint en kleine, getoogde vensteropeningen met dorpels van op zijn kant gelegde baksteen en dieventraliën. In deze oorspronkelijke openingen is nog deels het houten schrijnwerk met kleinroedeverdeling bewaard. In de gevel aan zijde van de Monnikenhofstraat zijn de voor de industriële typologie kenmerkende baksteenfries met rondbogen en metalen achthoekige ankers bewaard, die de positie van de balkenlaag van metalen liggers aangeven. Ter hoogte van de fries is het spant van het zadeldak met Boomse pannen verankerd met eenvoudige schieters. Aan zijde van het Biestraatje is de begane grond sterk aangepast: hier zijn een poort, deur- en vensteropening onder gecementeerde betonnen liggers toegevoegd. Omstreeks 1944 is langs het Biestraatje een bijkomende travee aangebouwd met lessenaarsdak.

De lijstgevels van de tot woonhuizen verbouwde panden nummers 4 en 6, dateren van omstreeks 1931. Hoewel ze afwijken in hoogte en breedte betreffen het naar gevelindeling twee gespiegelde enkelhuizen van twee bouwlagen boven een halfondergrondse kelder, waarboven een balkenlaag van ijzeren liggers (zie de metalen achthoekige ankers die ook in het magazijn nummer 8 zijn toegepast). De bakstenen gevels met knipvoegen hebben een gecementeerde plint en decoratieve banden in blauw en geel bijgekleurde baksteen. Deze afwerkingslaag is sterk verweerd, en is ook toegepast in de rollagen van de getoogde openingen. De enkelhuizen zijn toegankelijk langs blauwe hardstenen treden; de vensterdorpels zijn gecementeerd (?) en deels geschilderd (nummer 8). In het nummer 8, in gebruik als "ACW-huis Berendrecht", is naast het oorspronkelijke houten deurschrijnwerk met oculus in gehamerd glas, deels ook het vensterschrijnwerk bewaard. In de voorgevel van het nummer 6 is het houten schrijnwerk volledig vervangen.