Deze dubbelwoonst met modernistische inslag is omstreeks 1941 opgetrokken voor de schoonbroers Franciscus Ludovicus De Lie-Klaassen (° 15.9.1904), landbouwer, en Jan August Klaassen–De Vos, aanvankelijk werkman en later handelaar.

Het burgerhuis bestaat uit twee bouwlagen met een parement van donkergebakken (benedenverdieping) en gele baksteen (eerste verdieping), onder een met pannen bekleed schilddak. De gevelindeling van de tweewoonst is gespiegeld. De toegangen zijn in de uiterste traveeën terugspringend uitgewerkt, en zijn telkens geflankeerd door een smalle vensteropening met glas in lood. De bordessen zijn bekleed met rode keramische tegels. De toegangen hebben een blauwgekleurde geglazuurde halfronde omlijsting waarin een houten, stervormig uitgewerkte en beglaasde deurvleugel met een centrale metalen deurknop, in een vormgeving met maritieme referentie. Tussen de toegangen is de gelijkvloerse verdieping uitgewerkt als een concave sokkel van donkergebakken steen, waarin de centrale vijfdelige vensterpartijen met dorpels van geglazuurde tegels. Tussen de vensterpartijen van beide woningen bevindt zich in een verdiept vlak een reliëf met maritiem decor. De sokkel is omzoomd met een evenwijdig maar lager uitgewerkt plantvak. De deels overkragende verdieping met afgeronde hoeken is opgemetseld in gele baksteen en opengewerkt door een gespiegelde vierdelige vensterpartij en boven de toegang een enkelvoudige, kleine raamopening. De gevel is bekroond door een brede, geprofileerde kroonlijst, ter hoogte van het nummer 54 bekleed met pvc. De dakverdieping heeft in de voor- en zijgevels (gekoppelde) dakkapellen.

De voortuin is van de straat gescheiden met een muurtje van gele baksteen, zoals het woonhuis voorzien van sokkel in donkergebakken metselwerk. De getrapte blauwe hardstenen toegangen zijn aan weerszijden gemarkeerd door plantvakken. De verharding in breuksteen en het oorspronkelijke metalen hekwerk zijn in de voortuin van het nummer 54 vervangen.