Langgestrekte, eertijds omwaterde "Pitsemburghoeve" (volgens Ferraris en Vandermaelen) of "Augustijnehoef" (volgens Popp), naar verluidt opklimmend tot 1736. Hoeve, eertijds met parallel bijgebouw, van acht + links drie vernieuwde traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), met moestuin ten zuiden.

Verankerde, gecementeerde lijstgevel met rechthoekige, beluikte 19de-eeuwse vensters; behouden steigergaten in de achtergevel met sporen van beschilderde speklagen. Eenvoudig rondboogdeurtje met deels omlopende bandomlijsting. Vernieuwd linkerdeel met rechthoekige muuropeningen, onder meer opkamer aan noordzijde, houten lateien.