Zeven Britse betonnen schuilplaatsen op een motte, die met populieren en water omgeven is. Gelegen bij een boerderij, Rijselseweg 101, op circa 1 kilometer ten oosten van Voormezele, op circa 500 meter ten zuiden van Bedford House Cemetery en op bijna 200 meter ten noorden van demarcatiepaaltje 17 en het voormalig kanaal Ieper-Komen.
Historische achtergrond
Het 'Langhof' gaat terug op een landbouwuitbating met woning, die rond 1700 eigendom was van de Ieperse bankier Adrien Desramaudt. In het midden van de 18de eeuw werd een kasteel gebouwd op een motte, omgeven door water. Dit behoorde toe aan de familie de Patin, waarvan Joseph de Patin, burgemeester van Voormezele, mogelijk de opdrachtgever was. Rond 1900 kwam er een geslaagde nieuwbouw in Louis XV-stijl, eigendom van Albert Vercruysse de Patin. Hij gebruikte het kasteel slechts sporadisch als zomerverblijf en verhuurde het aan diverse vooraanstaande families.
In 1914 kwam het 'Langhof' net achter de Britse frontlinie te liggen, waardoor het heel vaak beschoten werd. In 1916-1917 vertoefde vooral de Britse artillerie op 'Lankhof Farm', zoals de boerderij door de Britten doorgaans werd genoemd. De '153th Field Company Royal Engineers' startte in november 1917 met de constructie van betonnen schuilplaatsen, waarbij ze onder meer bakstenen van het vernielde kasteel gebruikten. De '4th Field Company Australian Engineers' nam de werken over vanaf januari 1918. Op 25 april 1918 (Duitse Lente-Offensief) dreven de Duitsers de Britten terug tot net voor 'Langhof', die de site uiteindelijk na drie dagen gevechten moesten prijsgeven. Na de oorlog werd het kasteel niet meer heropgebouwd. De zeven betonnen schuilplaatsen bleven bewaard. De kasteelhoeve werd op dezelfde plaats heropgebouwd als voor de oorlog.
Beschrijving
Motte met zeven betonnen schuilplaatsen, omgeven door water en populieren. De daken werden gegoten op golfplaten, die binnenin nog fragmentarisch aanwezig zijn, maar waarvan de indrukken in het gebogen plafond nog duidelijk te zien zijn. De andere muren, zowel buiten als binnen, zijn ofwel gegoten tegen golfplaten (met fijne, ondiepe golving), ofwel tegen een houten bekisting. Hier en daar werden bakstenen gebruikt. Bij vier constructies wordt toegang verschaft via een bijna L-vormige gang (met venstertje), bij drie constructies zit de toegang midden in de achtermuur. De constructies bevatten één à twee rechthoekige vensteropeningen. In één constructie werd een bakstenen schouw teruggevonden (met enkele sierstenen) waarin een kachel geplaatst kon worden. Ook in andere constructies zijn (sporen van) verluchtingsgaten aanwezig.
- S.N. 2004: Open Monumentendag 12 september 2004. Landschap en herinnering in de zuidelijke Westhoek, brochure uitgegeven door het Samenwerkingsverband zuidelijke Westhoek.