Burgerhuis uit 1938, opgetrokken voor Hendrik Hautekeete, naar ontwerp van de Antwerpse architect en stedenbouwkundige Léon Stynen. Hautekeete was omstreeks 1951 werkzaam als bediende. In 1968 lieten de huidige bewoners het pand verbouwen door Stynen. Het woonhuis is representatief voor het 'nieuwe bouwen', waarmee Stynen vanaf begin jaren 1930 een bijzonder succesvolle carrière uitbouwde. In en rond Antwerpen realiseerde hij in deze periode een groot aantal woningen van uiteenlopend type, gaande van prestigieuze landhuizen tot veeleer bescheiden rijwoningen. Constanten zijn de functionaliteit van de plattegrond en de gestroomlijnde vormgeving, die naar Nederlands voorbeeld wordt gevat in een expressieve baksteenarchitectuur met een plastische volumetrie. Daarbij laat Stynen zich opmerken door de degelijkheid van zijn materiaalkeuze en uitvoeringstechniek, met aandacht voor textuur en coloriet. Tot de belangrijkste voorbeelden uit deze gerijpte fase van zijn nog prille loopbaan behoren de eigen woning in de Tentoonstellingswijk en de “Résidence Elsdonck” in Wilrijk.

Als één van de vroegst werkzame en meest productieve architecten van de jonge Tentoonstellingswijk realiseert hij er in de jaren 1930 niet minder dan tien woningen, die in vormgeving, materiaalgebruik en planvoering minder opvallende of vernieuwende varianten zijn op het ontwerp voor zijn eigen woning aan de Camille Huysmanslaan. Een strikte stedelijke reglementering van het uitzicht, de bebouwde oppervlakte, het materiaalgebruik en de indeling van de gebouwen moest het esthetische en prestigieuze karakter van de nieuwe residentiële wijk vrijwaren. Stynen opteert daarbij voor gevels met een natuurstenen sokkel en een parement in roomkleurige Silezië blindeersteen of geel(bruine) baksteen, bij voorkeur opengewerkt met horizontale en rechthoekige raampartijen of patrijspoortramen. De meeste woningen zijn uitgevoerd met gevelschrijnwerk in Hongaarse eik. De bouwwerken zijn steeds uitgevoerd door aannemer Jos Quick, gevestigd aan de Kloosterstraat 35 te Essen. De blauwe hardsteen bestelde Stynen bij de firma E. Sermon, gevestigd aan de Plantin en Moretuslei 58 te Antwerpen. Voor het glaswerk werd beroep gedaan op de firma E. Peeters & Zonen, gevestigd aan de Mechelsesteenweg 221 te Antwerpen.

De rijwoning is drie bouwlagen hoog, onder een plat dak. De opstand heeft een plint in blauwe hardsteen, waarboven de volledige gevel is opgetrokken in roomkleurige Silezische brikken in halfsteens verband met donker uitgevoerde Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen. De dakrand is afgewerkt in leisteen. Het ontwerp wordt gedomineerd door een verticaal register van vijf patrijspoorten, dat de toegangsdeur aan rechterzijde flankeert. De onderste en bovenste exemplaren zijn openvallend uitgewerkt, ter verluchting van de achterliggende wc. Aan linkerzijde is een opschuivende 'Eclipse' garagepoort voorzien. Op de eerste verdieping is het motief van de patrijspoort uiterst rechts herhaald, hier met decoratieve hardstenen spuwer. De bovenbouw is op de eerste verdieping opengewerkt met vensterpartijen waarvan een schuifraam en een pivoterende deur uitgeven op een balkon, in functie van de achterliggende eetkamer en keuken. De tweede verdieping is voorzien van een bandraam met twee pivoterende zijvakken en een vaststaand middenvak. Beide raampartijen zijn opgedeeld door vensterposten, bekleed met zwart marmer (granit dur). De gevel is verlevendigd door het gebruik van bakstenen rollagen ter hoogte van de dakrand en de bovendorpels van vensters en voordeur. De lekdrempels zijn vervaardigd uit blauwe hardsteen en het betonnen platform van het balkon is bekleed in witte natuursteeen (Brauvilliers). De borstwering is gedeeltelijk uitgevoerd in dit materiaal en gedeeltelijk opengewerkt met ijzeren smeedwerk. Oorspronkelijk waren het deur- en vensterschrijnwerk op maat gemaakt in staal en uitgevoerd door de firma Chamebel uit Vilvoorde. Vandaag zijn de voordeur, het vensterschrijnwerk en de metalen borstwering van het balkon vervangen, waarbij de oorspronkelijke indeling gewijzigd is. Ook de garagepoort is vernieuwd.

Volgens de bouwplannen is het pand volledig onderkelderd. Kenmerkend voor Stynen is de ruimte-organisatie rond een zijdelings gesitueerde traphal met slingertrap onder plat licht, toegankelijk vanaf de inkom en vestibule. Het gelijkvloers biedt ruimte aan de secundaire ruimtes met aan linkerzijde een garage, die gescheiden is van de vestibule en de inkom door een vestiaire en toilet. Achteraan wordt langsheen een centrale bergplaats toegang verleend tot een speelkamer en provisieruimte, beiden gelegen aan een koer. Op de eerste verdieping zijn de woonvertrekken ingericht met aan straatzijde de eetkamer en keuken, die beiden uitgeven op een klein balkon. Achteraan is een ruime woonkamer voorzien met een buitenterras met buitentrap tot de stadstuin en met zicht op het achterliggende groene Rockoxplein. Op de tweede verdieping situeren zich vier slaapvertrekken met een centrale badkamer palend aan de traphal. De slingertrap in rood beukenhout met leuning in Oregonhout is bewaard. Ook de oorspronkelijke betegeling (Wasserbillig) en het binnenschrijnwerk met beslag zijn behouden. In de leefruimte is de haard met ingebouwde bibliotheekkast en cosy corner, oorspronkelijk voorzien van een bekleding in travertijn zoals in de woning Lenaerts, in opdracht van de huidige bewoners door Stynen aangepast in 1968.