Polderhuis van drie traveeën met smal voortuintje en ijzeren hek en met aangelegen atelier of schuur, omstreeks 1884 opgetrokken voor landbouwer Joannes Josephus Peynen-Gabriels.

De bakstenen voorgevel van de dorpswoning heeft een hardstenen plint met gietijzeren ventilatieroosters, deze van de zijgevels en het bijgebouw zijn gepleisterd en muntgroen geschilderd. De centrale toegang heeft nog zijn oorspronkelijke, laat-19de-eeuwse hardstenen omlijsting, op typerende slanke sokkels en met een geprofileerde kroonlijst. Boven de vensteropeningen met hardstenen dorpels, lateien en gestrekte boog zijn de panelen met gepleisterde omlijsting ingevuld met geglazuurde tegels in vierdelig rapport en met florale motieven. Ook de met tandlijst versierde, verzorgde houten kroonlijst op klossen is bewaard. De dakpannen zijn vervangen en er zijn nieuwe dakvlakramen ingebracht. Het houten vensterschrijnwerk is niet meer oorspronkelijk maar de oudere luiken met luikduimen zijn bewaard. De in 1991 nog aanwezige poortvleugels met 19de-eeuwse hengsels in het bijhuis, zijn ondertussen vervangen.