Ruime bakstenen burgerwoning, circa 1886 opgetrokken door Frans Cleiren-Royers.

Op dit perceel is omstreeks 1882 door broodbakker Frans Cleiren-Royers een graan- en bitterpeenstoommolen opgericht, waarna omstreeks 1886 een nieuw woonhuis opgetrokken is aan de straat. Circa 1893 zijn beide volumes kadastraal samengevoegd en is achteraan een bijgebouw toegevoegd.

Het bakstenen dubbelhuis heeft drie traveeën en twee bouwlagen waarboven een zadeldak (nok evenwijdig aan de straat). De gevel met knipvoegen heeft een hardstenen plint waarin gietijzeren ventilatieroosters en waartegen naast de toegang een voetenschraper. Het is versierd met gepleisterde banden die doorlopen over de zijgevels maar die, te oordelen aan de deels verweerde bepleistering in de zuidelijke zijgevel, slechts later aangebracht zijn bovenop de oorspronkelijke decoratieve lagen in gele en rode baksteen. De trappen en deuromlijsting in de toegang, de vensterdorpels en de consoles onder de bakstenen panelen op de eerste verdieping zijn uitgevoerd in blauwe hardsteen. Op de begane grond hebben de vensterdorpels van het hoofdvolume geprofileerde hardstenen borstweringen en zijn de schuiframen en het oorspronkelijke deurpaneel met oculus en tand- en kroonlijst bewaard. De beglazing en het bovenlicht in de toegang zijn evenwel vervangen. Op de verdiepingen is de centrale travee boven de toegang benadrukt door een geprofileerde bakstenen omlijsting op consoles, die ook rond de flankerende venstertraveeën loopt. Boven de eenvoudige houten kroonlijst op klossen zijn de dakpannen recent vernieuwd en zijn nieuwe dakvlakvensters ingebracht. Achter de terugspringende aanbouw van één bouwlaag is het dwarshuis met vernieuwde dakbedekking op te merken.