Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van de tegelhandelaar J. Oberge-Tack, naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide uit 1906.
In het bouwblok begrensd door Stanleystraat, Cobdenstraat en Zénobe Grammestraat realiseerde Louis Hamaide tussen 1904 en 1909 drieëntwintig bouwprojecten, goed voor in totaal eenenvijftig huizen. Twee projecten kwamen tot stand voor eigen rekening en een naaste verwante, de overige voor dertien verschillende opdrachtgevers. Met uitzondering van de huizenrij op nummers 1-5 en de hoekpanden met de Zénobe Grammestraat, bebouwde de architect in de Stanleystraat niet minder dan dertig van de achtendertig percelen. Deze huizen, het merendeel in een door de neorenaissance beïnvloede eclectische stijl en een tiental in gematigde art-nouveaustijl, behoren tot zijn rijpe oeuvre. Als architect actief vanaf omstreeks 1880, beantwoordden de vroege ontwerpen van Hamaide overwegend aan het conventionele neoclassicisme. Kort vóór de eeuwwisseling liet hij zich opmerken met de rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur van het hotel Dierckx en het winkelhuis Heye in de Leysstraat. Omstreeks 1905 leverde de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door ontlastingsbogen uit witte en rode baksteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor plint en lekdrempels, en witte natuursteen voor puilijst en balkon, speklagen, lateien en borstweringen. Axiaal van opzet, geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, wordt de pui geritmeerd door pilasters en de bovenverdiepingen door steekbooglisenen. Een balkon met consoles en smeedijzeren borstwering markeert de middentravee van de eerste verdieping. Verder bestaat de opstand uit registers van rechthoekige en getoogde muuropeningen, op de eerste verdieping onder een ijzeren latei met rozetten. De borstweringen van de bovenvensters zijn versierd met een medaillon, guirlandes en chutes; een kleurrijk accent vormen de guirlandefriezen, uit mozaïek onder de puilijst en uit ceramiektegels onder de houten kroonlijst op modillons. Van het houten schrijnwerk zijn enkel de benedenvensters bewaard; gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda beslaat de begane grond; de keuken bevindt zich in de achterbouw. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1906#581.