De kern van deze voormalige smidse klimt zeker op tot de late 18de eeuw, zoals af te lezen op de kaart van Ferraris. Omstreeks 1834 is het eigendom van timmerman Andreas Royers. Het vormde dan één geheel met het westelijk aangrenzende volume. Wanneer hoefsmid Jacob Hertsen-Royers het pand erft, breidt hij het woonhuis uit met een kleine, dieper gelegen zijbouw. Kort nadien, omstreeks 1857, laat hij het gedeelte van het woonhuis ter hoogte van het huidige aanpalende volume, slopen.
De bepleisterde bakstenen constructie met gezwarte plint bestaat uit zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met mechanische pannen (nok evenwijdig aan de straat). Op de begane grond zijn onregelmatige vensteropeningen aanwezig met centraal een tot deuropening verkleinde poorttoegang, waarin nieuw deurschrijnwerk. De vensteropeningen van de verdieping zijn ingebracht ter hoogte van de muurdammen tussen de openingen van de begane grond. De spreiding van de hoogte van de muurankers geeft aan dat de oudere kern verbouwd en verhoogd is. Het bewaarde, mogelijk tot de 19de eeuw opklimmende houten vensterschrijnwerk is uitzonderlijk gaaf bewaard. In de bakstenen, deels wit geschilderde zijgevel is ter hoogte van de zolderverdieping één van beide vensteropeningen onder gestrekte boog gedicht. De houten, met pannen gedekte luifel tegen de vrijstaande zijgevel verwijst mogelijk nog naar de voormalige smidse. Onder deze luifel is het terrein van de straat afgesloten met gerecupereerd hekwerk versierd met Franse lelies.
- Kadasterarchief Antwerpen, 212: Kadastrale legger, Berendrecht, artikelnummers 320, 439, 710.
- Kadasterarchief Antwerpen, 207: Mutatieschetsen, Berendrecht, 1854/23, 1857/8, 1871/23, 1893/11, 1983/20.