De dorpskern bestaat uit de centraal gelegen Onze-Lieve-Vrouwekerk met de Markt ten noorden, en het gemeentepark – dit is het voormalig kerkhof – ten zuiden ervan. Ten zuidwesten van de kerk werd in 1873-1876 het gemeentehuis opgetrokken ter vervanging van kleinere woningen. De belangrijkste uitvalswegen zijn: ten westen de Bruggestraat, de Aalterstraat in noordoostelijke richting en de Kasteelstraat, overgaand en eertijds ook zo genoemd, in de Tieltstraat ten zuidwesten. Ten oosten van de kerk tekent zich een eerder geometrisch stratenpatroon af gevormd door onder meer Nieuwstraat, A. Rodenbachstraat, Verlovestraat en de Guido Gezellestraat.

De stervormige aanleg met het centraal gelegen bedehuis en de drie assen met name de Bruggestraat, de Kasteelstraat en de Aalterstraat is reeds herkenbaar op de afbeelding van Sanderus (1642). De bebouwing situeert zich voornamelijk langsheen de Bruggestraat; enkele woningen zijn afgebeeld rondom de kerk. De Kasteelstraat is nog niet bebouwd.

Op de Ferrariskaarten (1770-1778) is dezelfde aanleg herkenbaar; de bebouwing rondom de kerk en het stratenpatroon ten oosten ervan tekenen zich duidelijker af. Langsheen de Kasteelstraat komen enkele huizen voor. De uitleg met residentieel karakter langsheen de reeds bestaande Kasteelstraat dateert er echter voornamelijk uit de 19de eeuw.

De bebouwing dateert voornamelijk uit de tweede helft 18de en de 19de eeuw. Naast eenvoudige, aaneengesloten en kleinschalige dorpsbebouwing bestaande uit breedhuizen van één à twee bouwlagen, komen in de dorpskom verscheidene herenhuizen voor gelegen midden omhaagde en beboomde tuinen. Deze patriciërswoningen liggen voornamelijk geconcentreerd langsheen de Kasteelstraat.