In de Steenbokstraat zijn twee flatgebouwen uit de jaren 1920 naast elkaar gelegen. Beide getuigen van een zeer sobere, eerder historiserende aanpak binnen de toen populaire art deco. Tussen de burgerhuizen vormen deze hoge panden een blikvanger. Nummers 24-26 dateren van 1922 en werden voor rekening van architect François Van Rompaey gebouwd. Van nummer 28, een ontwerp uit 1925-1928 van Van Rompaey of van Jos de Lange, verwijzen we door naar de beschrijving in een aparte fiche.
Het rechtse flatgebouw op nummer 24-26 bouwde architect François Van Rompaey, wonende op de Loosplaats 8, voor eigen rekening. Het project omvatte een werkhuis op de begane grond, met op de verdiepingen appartementen. Het (verdwenen) opschrift in het medaillon bovenin de gevel verwees naar deze dubbele functie: "Arbeid veredeld de toekomst".
Het pand telt vijf traveeën, met een centraal deurrisaliet, en zes bouwlagen onder een mansardedak. Sokkel in blauwe hardsteen met imitatievoegen, met in de linker travee de poort naar de voormalige wagen- en werkplaats. Gecementeerde en witgeschilderde lijstgevel met centrale verhoogde ingangstravee met kolossale erker en balkon. De aansluitende traveeën met kroonlijsten op klossen. Overal gekoppelde twee- en drielichten, op de begane grond en vijfde bouwlaag boogvormig, verder rechthoekig. Op de borstweringen zijn panelen aangebracht met neoclassicistische ornamentiek (ranken, vazen) in reliëf. De lage centrale toegangsdeur wordt overschaduwd door de dominante erker, die op de tussenverdieping een rond traplicht heeft bekroond door een engelengezicht en ondersteund door plantenranken. In de erker is het houtwerk met de originele fijne roedeverdeling bewaard.
De centrale ingang vormt de toegang tot het trappenhuis naar de appartementen en een liftkoker. Het plan in het bouwdossier laat de oorspronkelijke indeling zien. Op de begane grond zat een appartement met winkel, tekenkamer, bureel en salon. Op de verdiepingen, telkens twee symmetrisch tegenover elkaar geplaatste appartementen met een klassieke indeling. Aan straatzijde eetplaats en salon, grenzend aan de inkomhal. Centraal in het appartement een nachthal met toegang tot keuken en toilet. Naast de keuken een slaapkamer en achterin, grenzend aan de binnenkoer, een kleine badkamer in enfilade met de slaapkamer.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2015: Flatgebouw [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185048 (geraadpleegd op ).
Flatgebouwen van vijf traveeën en dakverdieping met neoclassicistische stijlkenmerken, van circa 1925 (nummer 28 met jaartal 1925 in top). Gecementeerde, beschilderde lijstgevels; centrale verhoogde ingangstravee met kolossale erker en balkon, de aansluitende travee met kroonlijst; borstweringen en golvende verhoging van de middentravee met verschillende voorstellingen in reliëf. Begane grond en vijfde bouwlaag met boogvormige muuropeningen, verder rechthoekig; oorspronkelijke roedeverdeling.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Flatgebouw [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185046 (geraadpleegd op ).