erfgoedobject

Arenbergschouwburg

bouwkundig element
ID
302091
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302091

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Arenbergschouwburg
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Schouwburg in classicerende art-decostijl, in zijn huidige vorm gebouwd naar een ontwerp door de architecten Joseph Hertogs en Gerard De Ridder uit 1928. Opdrachtgever was de Cercle Royal Artistique, Littéraire en Scientifique d’Anvers of Koninklijk Kunstverbond, die hier al sinds 1852 gevestigd was. Waardevolle delen van de oude gebouwen uit de late 19de eeuw, werden in het nieuwbouwcomplex geïntegreerd. Aannemer Entreprises Générales de Construction Van Riel & Van den Bergh, wist het gebouw met een structuur uit gewapend beton en een stalen dakspant in de loop van 1929 op minder dan een jaar tijd te voltooien. Voor de inrichting en het meubilair werd beroep gedaan op de ensemblier Franck Frères.

Historiek en context

De terreinen van de Arenbergschouwburg, gelegen in het binnenblok van de Arenbergstraat, de Oudevaartplaats, de Henri van Heurckstraat en de Leopoldstraat, met een tweede toegang in de doodlopende Willem Tellstraat, behoorden sinds 1552 toe aan de Gilde van de Oude Voetboog. Deze oudste en belangrijkste Antwerpse schuttersgilde, gesticht in 1306, bouwde hier een 'cokerhuys' voor de opslag van wapens. Daarvan zijn in de kelderverdieping van de Arenbergschouwburg zijde Willem Tellstraat belangrijke resten bewaard, evenals de 1557 gedateerde gevelsteen met opschrift in renaissancestijl. Ook de overdekte schietbaan in barokstijl die sinds 1911-1912 in de Kruidtuin staat opgesteld, komt hiervandaan. Na de opheffing van de gilden in 1796, en de openbare verkoop van het schuttershof in 1798, maakte de in 1831 opgerichte schuttersmaatschappij Willem Tell tot omstreeks 1850 gebruik van het complex. De gebouwen werden vervolgens betrokken door Cercle Artistique, Littéraire en Scientifique d’Anvers, een Franstalige vereniging van intellectuelen en kunstenaars opgericht op 10 mei 1852, die in 1873 het predikaat Royal aan de naam mocht toevoegen.

In 1864 stelde de 'Cercle' architect Eugène Gife aan, om de oude gebouwen te verbouwen tot een volwaardig verenigingslokaal, waarvan de hoofdingang werd verplaatst van de Willem Tellstraat naar de Arenbergstraat. Het complex, dat bestond uit een grote feestzaal met portrettengalerij op de verdieping, een tentoonstellings- en voordrachtzaal, een café en een biljart- en leeszaal op het gelijkvloers, werd in 1873 ingehuldigd door koning Leopold II. Architect Jean-Laurent Hasse voegde in 1876-1877 een monumentale traphal toe, en architect Lievin Van Opstal richtte in 1880 een rijk gedecoreerde tentoonstellingszaal in. Van dit complex resten in de huidige Arenbergschouwburg de in 1872 door Gife ontworpen achtergevel in de Willem Tellstraat, de traphal van Hasse waarin een deel van de portrettengalerij werd geïntegreerd, en de tentoonstellingszaal van Van Opstal. De grote feestzaal en overige lokalen verdwenen bij de bouw van de nieuwe Arenbergschouwburg in 1929. Het complex werd in 1945 getroffen door een V-bom en vervolgens hersteld. Na aankoop door het provinciebestuur in 1968 volgde een modernisering onder leiding van provinciaal architect Leon Van Santvoort en architect Rie Haan, die in 1971 werd voltooid. Een grondige renovatie vanaf 1993, hield ook de herwaardering en restauratie in van de nog resterende 19de-eeuwse interieurs.

De Arenbergschouwburg behoort tot de vroege gezamenlijke ontwerpen van Joseph Hertogs en Gerard De Ridder, die zich vermoedelijk begin 1928 hadden geassocieerd. Voor Hertogs, de huisarchitect van de Antwerpse beau-monde en de zakenwereld die in 1930 zou overlijden, betekende de associatie het sluitstuk van zijn rijk gevulde loopbaan. Pas vanaf 1933 zette de jongere De Ridder, wiens carrière omstreeks 1905 van start was gegaan, het architectenbureau in eigen naam verder. Andere belangrijke realisaties van Hertogs en De Ridder zijn de bank Lazard Brothers & Co Ltd. aan de Oudaan, het verdwenen kantoorgebouw van de Agence Maritime Internationale op de Meir, en de "Résidence du Nouveau Parc" aan de Eglantierlaan, monumentale complexen in statige beaux-artsstijl waarvan de ontwerpen uit 1928-1929 dateren.

Architectuur

Het complex bestaat uit het volume van de schouwburgzaal met aanhorigheden dat een rechthoekige plattegrond beslaat in het binnenblok. Loodrecht hierop verbindt de langgerekte noordvleugel waarin de hoofdingang en de 19de-eeuwse vertrekken het geheel met de Arenbergstraat, en de korte westvleugel waarin de secundaire ingang met de Willem Tellstraat.

Gevelfront in de Arenbergstraat

De voorbouw in de Arenbergstraat door Joseph Hertogs en Gerard De Ridder uit 1929, neemt de plaats in van het huis genaamd "De stadt Sevillien", dat onmiddellijk na de aanleg van de straat omstreeks 1552 werd opgetrokken door de 'clavicordiemakere' Joos Careest. Het betrof vermoedelijk een traditioneel diephuis met trapgevel in bak- en zandsteenbouw, dat in 1854 werd verworven door de Cercle Artistique, Littéraire en Scientifique d’Anvers. In 1864-1865 werd het door Eugène Gife geïntegreerd in de lokalen van de vereniging, met een vernieuwd gevelfront en inkomportaal.

Het nieuwe gevelfront uit 1929, drie traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een pseudo-mansarde (leien), onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen. Begane grond en eerste verdieping worden in kolossale orde geritmeerd door rechthoekige, ter hoogte van de pui geblokte lisenen, waarin het drieledige portaal en een vensterregister vervat zijn. Drie basreliëfs op de borstwering, door de beeldhouwer Oscar Jespers, verbeelden de schone kunsten (bouwkunst, muziek, beeldhouwkunst en schilderkunst), de literaire en podiumkunsten (dans, toneel, literatuur en voordracht) en de wetenschappen (onder meer astronomie, scheikunde en geografie). Zij verwijzen naar de missie en aandachtsgebieden van de Cercle Royal Artistique, Littéraire en Scientifique d’Anvers. Afgelijnd door een kordon met lijstwerk, is de lage topgeledig als attiekverdieping uitgewerkt, geaccentueerd door gecanneleerde penanten en een houten kroonlijst op klossen, waarop een blinde attiek en rondbogige dakkapellen. Vernieuwd schrijnwerk. De zuidgevel van de schouwburgzaal, die een oorspronkelijk met klassieke parterres aangelegde binnentuin omsluit, kreeg als enige andere gevel een architecturale behandeling. Op deze zes traveeën brede en gevel geven in het interieur de twee traphallen met hun verbindingsgalerijen uit. Tweeledig van opzet, geleed door de puilijst en de kroonlijst, bestaat de begane grond uit een rondboogarcade, daar waar de bovenverdiepingen worden geritmeerd door oplopende vensternissen.

Gevelfront in de Willem Tellstraat

Het eclectische gevelfront in de Willem Tellstraat door Eugène Gife uit 1872, twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog, heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, en van witte natuursteen voor de deur- en vensteromlijstingen, speklagen, de gevelsteen, het hoofdgestel en het fronton. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een tweeledig opzet. Gekoppelde, gebroken korfboogportalen met pilasters en sluitstenen doorbreken de begane grond, met centraal in de zwikken een gevelsteen waarop het jaartal 1872 in een lauwerkrans. De bovenverdiepingen zijn gevat in oplopende omlopende omlijsting met pilasters en voluten, bekroond door het klassieke hoofdgestel op voluutconsoles. Registers van rechthoekige vensters in geriemde omlijsting, op de eerste verdieping met latere tussendorpel. De bekroning bestaat uit een imposant gebroken en gebogen fronton met guirlande, en centraal het wapen van de 'Cercle' met de wapenspreuk "FIAT LUX" en een second-empire palmet als topstuk. Bewaarde ijzeren smeedijzeren vleugeldeuren, wellicht daterend uit 1929; verder vernieuwd schrijnwerk.

Plattegrond

Volgens de bouwplannen beslaan de inkomhal met tochtportaal (Arenbergstraat) en loket, de vestibule met vestiaire en toiletten, en de traphal uit 1876-1877 de begane grond van de noordvleugel. Het volume van de schouwburgzaal omvat op de begane grond het café met buffet, en de leeszaal met bibliotheek en vestiaire. Een stelsel van verbindingsgalerijen met vestiaire rondom deze twee blokken, ontsluit de twee traphallen aan de zuidzijde van de schouwburgzaal. In de westvleugel bevindt zich de tweede vestibule met tochtportaal (Willem Tellstraat) en bergruimtes van het café. De schouwburgzaal met balkon en de toneeltoren strekken zich over de volledige bovenbouw uit, ontsloten door galerijen en de voornoemde traphallen. De dubbelhoge tentoonstellingszaal uit 1880 neemt met een foyer de bovenbouw van de noordvleugel in, ontsloten door de traphal uit 1876-1877. De bovenverdiepingen van de westvleugel omvatten respectievelijk twee vergaderzalen en de artiestenloges.

Interieur

Schouwburgzaal

De volledig curvilineaire schouwburgzaal door Joseph Hertogs en Gerard De Ridder benadert de eivorm, optimaal voor een gelijkmatige zichtbaarheid en een goede akoestiek. Tweeledig van opzet, wordt de parterre achteraan omringd door 12 loges. De scene met proscenium was oorspronkelijk uitgerust met een orgel. Het balkon wordt omringd door 26 loges. Verder is het interieur uitermate sober, met ingehouden lijstwerk en een brede koof rond de koepelzoldering voor indirecte verlichting.

Traphal

De traphal door Jean-Laurent Hasse uit 1876-1877 onderscheidt zich door een marmeren trap met gietijzeren lantaarn, en een composiete pilastergeleding met klassiek hoofdgestel in het bovenste register. Twaalf van de portretten van historische figuren uit kunsten en wetenschappen uit de in 1929 gesloopte feestzaal, werden hier geïntegreerd. De oorspronkelijke reeks uit 1873 telde 27 doeken, maar werd later nog aangevuld. De overige portretten van de reeks bevinden zich in het stadhuis, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten en het depot van de provincie Antwerpen.

Tentoonstellingszaal

De tentoonstellingszaal door Lievin Van Opstal uit 1880 onderscheidt zich vooral door de omlopende stucfries ingepast tussen de pilastergeleding van het bovenregister en de kroonlijst. Deze is geïnspireerd op de Elgin Marbles van het Atheense Parthenon, toe te schrijven aan schilder-decorateur Henri Verbuecken.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1928#32285 en 1929#33280 (Arenbergschouwburg), 1872#625 (gevel Willem Tellstraat).
  • BUNGENEERS J. 1995: Provinciaal Centrum Arenberg, Bulletin Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1995.3-4, 2-55.
  • BUNGENEERS J. & MIGOM S. 2012: Een schouwburg met een historie. De Arenberg in Antwerpen, Antwerpen.
  • CLAES H. 1931: "Het Koninklijk Kunstverbond" architekten J. Hertogs en G. De Ridder, K.M.B.A. 2.1, 1-22.
  • S.N. 1930: Entreprises Générales de Construction Van Riel & Van den Bergh Société Anonyme. Exposition Internationale d’Anvers 1930, Antwerpen, s.p.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Arenbergschouwburg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302091 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.