Geheel van drie gekoppelde winkelhuizen in eclectische stijl, gebouwd in opdracht van de heer Verhoustraeten, naar een ontwerp door de architecten Léonard en Henri Blomme uit 1902.
Het vastgoedproject Verhoustraeten behoort tot het latere gemeenschappelijke oeuvre van de gebroeders Blomme, die tussen 1876 en 1906 voor tal van bouwprojecten samenwerkten. Daarnaast voerden beiden ook in eigen naam belangrijke architectuuropdrachten uit, en bekleedde Léonard Blomme van 1869 tot 1899 het ambt van provinciaal architect voor het arrondissement Mechelen. Tot hun belangrijkste gezamenlijke realisaties behoren het Jongensweeshuis uit 1876-1881 in de Durletstraat, het Gemeentehuis van Borgerhout uit 1886-1889, en tijdens de jaren 1890 een reeks vastgoedprojecten voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in de wijk Zurenborg. In tegenstelling tot de neo-Vlaamserenaissance-stijl die al deze projecten consequent kenmerkt, inspireerden de gebroeders Blomme zich voor het vastgoedproject Verhoustraeten op de veeleer klassieke Florentijnse renaissance. In vereenvoudigde vorm is de architectuur verwant met de hotels Gevers-Grisar in de Albertstraat. In dezelfde periode ontwierp Henri Blomme het verdwenen, neobarokke Grand Hotel Weber op de hoek van Frankrijklei en De Keyserlei.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, omvatten de rijwoningen vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels hebben een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de pui, en witte natuursteen voor waterlijsten, speklagen, entablementen, boogvelden, het balkon, en de fries. Het door pilasters geritmeerde gevelfront volgt een volkomen symmetrisch compositieschema, opgebouwd rond het hoger opgetrokken middenpand. De laatste wordt in de bovenbouw gemarkeerd door rondbooglisenen met leeuwenkoppen in het boogveld, en een balkon met voluutconsoles en smeedijzeren borstwering. Gespiegeld aan weerszij, onderscheiden de zijpanden zich door tweelichten, op de tweede verdieping met entablement, en door rozetten op de borstwering. Aangepaste winkelpuien overspannen door een ijzeren I-balk op geblokte pijlers. Verder regelmatige registers van rechthoekige bovenvensters, en een klassiek hoofdgestel met palmettenfries en houten kroonlijst als gevelbeëindiging. Vernieuwd schrijnwerk.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1902#1379.