Winkelhuis in eclectische stijl met neo-Vlaamserenaissance-inslag, gebouwd in opdracht van de pettenmaker en -handelaar Jean De Buck, naar een ontwerp door Edward Careels. Het gebouw is voor zover bekend de allereerste realisatie van de architect in Antwerpen. Tijdens zijn prille loopbaan realiseerde Careels begin jaren 1880 een achttal burgerhuizen in de stad, zowel in conventionele neoclassicistische als in pittoreske neo-Vlaamserenaissance-stijl. Daarvan vormde het ensemble hotels voor Léon Vanden Broeck aan de Rubenslei de meest prestigieuze opdracht. Vervolgens verlegde Careels zijn activiteiten naar geboortestad Lier. Vanaf 1899 bekleedde hij het ambt van provinciaal architect voor het arrondissement Mechelen, in opvolging van Leonard Blomme. De neo-Vlaamserenaissance-stijl blijft naast de neogotiek en de neobarok tot ver in de jaren 1920 de rode draad doorheen zijn volledige oeuvre.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit rood baksteenmetselwerk, met overvloedig gebruik van witte natuursteen voor speklagen, waterlijsten, balkons, entablementen, diamantkoppen, boogvelden, sluitstenen, kapitelen en consoles. Regelmatig van opzet, beantwoordt de opstand aan een drieledig, door pilasters geritmeerd schema, opgebouwd uit de pui, de eerste verdieping en de bovenste twee verdiepingen in kolossale orde. De compositie legt de klemtoon op de tweede verdieping, die wordt gemarkeerd door een gevelbreed balkon met zware consoles, postamenten en siersmeedwerk in de borstwering. Registers van rechthoekige vensters, op de eerste verdieping geaccentueerd door een metopen-trigliefenfries en diamantkoppen, op de tweede door entablementen op consoles, en op de derde door boogvelden met diamantkopsleutels en rozet, Franse balkons met postamenten en siersmeedwerk in de borstwering, en smeedijzeren sierankers. Een klassiek hoofdgestel met fries en houten kroonlijst op modillons en consoles vormt de gevelbeëindiging. De oorspronkelijke winkelpui met zijportaal en privé-ingang in de linker travee, bestond uit geblokte pilasters met wortelmotief, en een entablement met breed uitkragende kroonlijst waarop een gevelbreed balkon, mogelijk met een publicitair opschrift in de door siervazen bekroonde borstwering. Verbouwde pui en vernieuwd vensterschrijnwerk.
Volgens de bouwplannen beslaat een winkelruimte met achterkamer de begane grond, geflankeerd door de zijdelings ingeplante vestibule en traphal die de bovenverdiepingen ontsluit.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1880#799 en 1880#968.