Teksten van Twee burgerhuizen in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302148

Twee burgerhuizen in art-nouveaustijl ()

Twee achter aanpalende burgerhuizen in art-nouveaustijl, naar een ontwerp door de architect Louis Hamaide uit 1907. Opdrachtgever was de weduwe J. Minieri, die in 1905 door Hamaide hogerop in de Stanleystraat al een eerste burgerhuis in eclectische stijl had laten optrekken. Het betreft vermoedelijk Jeanne Wilhelmine Desmalines (°Antwerpen, 1846), in 1869 gehuwd met Michaele Giacomo Salvatore Minieri (°Genua, 1840), die in 1867 vanuit Londen naar Antwerpen geëmigreerd was. Aanvankelijk mecanicien in een constructie-atelier, dreef hij omstreeks 1895 een 'débit de vins, liqueurs et de babacs-cigares' aan de Van Meeterenkaai. Zij hertrouwde in 1909 met de Schotse ingenieur Charles Jackson (°Perth, 1866).

In het bouwblok begrensd door Stanleystraat, Cobdenstraat en Zénobe Grammestraat realiseerde Louis Hamaide tussen 1904 en 1909 in totaal drieëntwintig bouwprojecten, goed voor eenenvijftig huizen. Behalve de woning voor eigen rekening en deze van Alice Hamaide, kwamen de overige eenentwintig projecten tot stand voor dertien verschillende opdrachtgevers. Met uitzondering van de huizenrij op nummers 1-5 en de hoekpanden met de Zénobe Grammestraat, bebouwde de architect in de Stanleystraat niet minder dan dertig van de achtendertig percelen. Deze huizen, het merendeel in een door de neorenaissance beïnvloede eclectische stijl en een tiental in gematigde art-nouveaustijl, behoren tot zijn rijpe oeuvre. Als architect actief vanaf omstreeks 1880, beantwoordden de vroege ontwerpen van Hamaide overwegend aan het conventionele neoclassicisme. Kort vóór de eeuwwisseling liet hij zich opmerken met de rijk geornamenteerde neorenaissance-architectuur van het huis Dierckx en het huis Heye in de Leysstraat. Omstreeks 1905 leverde de architect een bescheiden bijdrage aan de Antwerpse art nouveau, om zijn loopbaan in 1925 stijlvol af te sluiten met de Herbosch Building, een vroeg voorbeeld van art deco.

Stanleystraat 27. De rijwoning met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak. Vandaag bepleisterd en beschilderd op een plint uit blauwe hardsteen, was volgens de bouwplannen oorspronkelijk voor de pui een parement uit witte natuursteen voorzien, en voor de bovenverdiepingen metselwerk uit baksteen of Silezische brikken met gebruik van natuursteen voor speklagen, lateien en waterlijsten. Asymmetrisch van opzet en geleed door de geprofileerde puilijst, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Dit laatste wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een houten bow-window op consoles, bekroond door een smeedijzeren borstwering vóór het korfboogvenster met waterlijst van de tweede verdieping. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van korfbogige, spiegelbogige en rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de bovenverdiepingen met entablement. Een houten kroonlijst op consooltjes vormt de gevelbeëindiging; latere dakkapel. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met typische roeden is bewaard, evenals de ijzeren voetschraper.

Zénobe Grammestraat 33. De rijwoning met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak. Eenvoudiger van opzet heeft de lijstgevel een parement uit geel baksteenmetselwerk, met contrasterende speklagen en ontlastingsbogen uit rode baksteen en witte Silezische brikken. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de geprofileerde plint en doorgetrokken lekdrempels, witte natuursteen (vandaag beschilderd) voor hoekblokken, kapitelen, lijstwerk en onderdorpels. De borstwering van de eerste verdieping en de fries van het klassieke hoofdgestel hebben een fries uit veelkleurige keramiektegels als versiering, elk met een verschillend, repetitief bloemenpatroon. Met een door pilasters geritmeerde begane grond, is de opstand opgebouwd uit registers van getoogde en rechthoekige deur- en vensteropeningen, en afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters is bewaard.

De plattegrond van beide woningen beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Daarbij omvat de begane grond de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda, met de keuken in de achterbouw. De plattegronden ontbreken in het bouwdossier.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#767; vreemdelingendossier 481#25779.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2016: Twee burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/185818 (geraadpleegd op ).


Rijhuizen in art-nouveaustijl ()

Nummers 27-29. Rijhuizen in art nouveau naar ontwerp van L. Hamaide, nummers 27-28 van 1907, nummer 29 van 1906. Lijstgevels met parement van natuursteen, nummer 27 met gele bakstenen bovenbouw; markerende brede erkers met balkon, sierlijke smeedijzeren leuningen met floraal motief voor nummers 27 en 28, strakke houten borstwering voor nummer 29. Diverse venster- en deurvormen. Origineel schrijnwerk met typische roedeverdeling voor de ramen; de nummers 28 en 29 met getraliede benedenvensters. Houten kroonlijst op dito langgerekte consoles, voor nummer 28 verdwenen sedert optekening.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1906#664 en 1907#767.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 71-72.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Twee burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/186030 (geraadpleegd op ).