Burgerhuis in Louis-Philippestijl volgens de bouwaanvraag uit 1852 opgetrokken in opdracht van de heer J.B. De Bruyn. Een jaar later liet hij op het aanpalende perceel een identieke woning bouwen (nummer 14, verbouwd). Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met schijnvoegen op de begane rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen in vlakke omlijsting, de lateien van de inkomdeur en de bovenvensters op kraagsteentjes. Begane grond en eerste verdieping worden respectievelijk geaccentueerd door sluitstenen en typische rolwerksleutels; bovenvensters met afgeronde lekdrempels, stucpanelen en -spiegels met voluten als versiering van de borstweringen of bekroning van de lateien. Een klassiek hoofdgestel met panelenfries en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Bewaarde houten inkomdeur en naar bestaand model vernieuwd vensterschrijnwerk; zinken verzekeringsplaatjes.