Zogenaamd "Huis van der Mersch", gebouwd in 1772 - zie jaarcartouche - voor rekening van Jacques Auvray de la Tour (Rijsel) - zoon van de procureur van het Parlement van Parijs en hoofdontvanger van de lopende middelen en rechten in het afgestane deel van Vlaanderen - naar ontwerp van architect Thomas Gombert (Rijsel), leerling van Pierre de Vigne de Vigny, bouwmeester van Lodewijk XV. Later overgegaan naar de familie van der Mersch, vanwaar de benaming. Reeds voor de Eerste Wereldoorlog gerestaureerd, onder meer vervanging van zadeldak door een "meer oorspronkelijke" mansardebekapping.

Hoekhuis (met Sint-Niklaasstraat) in bescheiden rococostijl: zes op vier traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (leien), met houten dakkapellen, voorzien van vleugelstukken en driehoekig fronton. Geprofileerde schoorstenen. Gele baksteenbouw op zandstenen (grès de Bray) plint. Evenwichtig opgebouwde hoofdgevel, benadrukt door middenrisaliet van twee traveeën, met driehoekige frontonbekroning; laatst genoemde verlucht met witbepleisterd blad- en rankwerk, weerszijden vermelde jaarcartouche. Door middel van doorgetrokken dorpels gemarkeerde plint en puilijst. Aflijnende geprofileerde kroonlijst op koof. Getoogde muuropeningen onder strekse latei: vensters met houten kruis- en kleine roedeverdeling, beluikt op de begane grond; deur met gebogen deurkalf en rococowaaier met schelpmotief. Analoge muuropeningen in verankerde zijgevel - evenwel blind ter hoogte van de tweede travee - naast rechthoekige keldervensters rechts aanleunende, recentere bijbouw in aansluitende bouwtrant van respectievelijk vier traveeën en twee bouwlagen, en vier traveeën en één bouwlaag, onder mansardedak met dakkapel (links) en œils-de-bœuf (rechts). Vervolgens rondboogpoort, door middel van spaarvelden en postamenten geritmeerde tuinmuur en een twee bouwlagen tellende aanhorigheid met garage, alle op zandstenen onderbouw.