Burgerhuis in zakelijke art-decostijl, gebouwd in opdracht van mevrouw Charles Guiette geboren Thérèse Gevers, naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1932. Eerder dat jaar was op het aanpalende perceel de bouw van start gegaan van de woning Pierre Dufour, een quasi identiek pand in spiegelbeeld waarvan het ontwerp al uit eind 1931 dateerde. Dit laatste, iets soberder uitgevoerde pand (Theophiel Roucourtstraat 36) is minder gaaf bewaard. Charles Guiette (1885-1952) speelde voetbal bij Beerschot, en maakte in 1912 deel uit van het nationaal elftal.

Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, overwegend in traditionalistische stijl. De woningen Guiette en Dufour zijn representatief voor het zakelijke karakter tussen art deco en modernisme, dat hun architectuur vanaf de jaren 1930 kenmerkte. Het succesvolle bureau realiseerde meerdere woningen van dit type in Antwerpen, herkenbaar aan het sobere baksteenparement en de driezijdige erkers, zoals de woninggroep uit 1931 in de Korte Lozanastraat. In deze periode lag het zwaartepunt van de productie evenwel in de bedrijfs- of kantoorarchitectuur en grotere flatgebouwen. Actief tot 1965, bracht het architectenbureau ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk in halfsteens verband, op een plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de bredere zijtravee, die wordt gemarkeerd door een over de bovenverdiepingen oplopende, driezijdige erker. Het metselwerk ontleent zijn expressie aan een discreet reliëf, met gelede penanten in de smalle portaaltravee, en een geprofileerde fries onder de houten kroonlijst. Voor typisch horizontale accenten zorgen de gestrekte, houten waterlijsten boven inkomdeur en erker. In de pui wordt het portaal met zijlicht geflankeerd door de garagepoort. De houten inkomdeur en garagepoort met ijzeren traliewerk zijn bewaard, evenals het stalen vensterschrijnwerk.

De plattegrond van deze bel-etagewoning is georganiseerd rond de polygonale traphal met bovenlicht, die het centrum van de woning uitmaakt. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de vestibule, de garage, de keuken met office en de eetkamer. Op de bel-etage neemt de L-vormige zitkamer de straatzijde in, en de grote slaapkamer met en suite badkamer de tuinzijde. De tweede verdieping omvat twee grote en twee kleine slaapkamers en een berging.