Sobere modernistische burgerwoning ontworpen in 1929 door architect Alfons Francken voor Th. Peeters, die op dat moment al in de Venneborglaan woonde, op nummer 5.
Francken vestigde zich omstreeks 1910 als zelfstandig architect, en maakte kort na de Eerste Wereldoorlog naam met de appartementsgebouwen "Cyclops", "Vulcan" en "Titan" in de Helenalei, het debuut van de hoogbouwflat in Antwerpen. In vergelijking met andere realisaties van Francken in deze periode, is deze woning vrij traditioneel vormgegeven en ingedeeld. Hoewel hij hier een klassieke, niet-vernieuwende enkelhuisplattegrond gebruikt, zijn andere kenmerken uit zijn oeuvre hier aanwezig zoals een geometrische vormgeving van de gevels, en het typische gebruik van baksteen als gevelbekleding.
Door haar soberheid valt de woning op tussen de verder meer pittoresk en decoratief uitgewerkte bebouwing. Het bruine baksteenmetselwerk, het volume, de indeling van de voorgevel en de voortuin sluiten echter wel aan bij het straatbeeld. De oorspronkelijke afsluiting van de voortuin, zoals ontworpen door Francken in het bouwdossier, is verdwenen.
De woning telt twee traveeën en drie bouwlagen onder plat dak, waarbij de bovenverdieping is uitgewerkt als mansardeverdieping, met door leien beklede dakschilden. De achterbouw van de woning is een bouwlaag minder hoog; daar is de mansarde weggelaten. De straatgevel heeft een typische enkelhuisopdeling, met een brede en een smalle travee. Omdat de inkom zich in de zijgevel van de half vrijstaande woning bevindt, bevat de straatgevel alleen vensteropeningen. Allemaal zijn ze rechthoekig en zeer sober, zonder omlijsting, regelmatig in de traveeën geplaatst, met op de begane grond een driezijdige erker. De mansardeverdieping doorbreekt door de horizontale banden de klassieke, verticale opdeling van de voorgevel, waarbij de belijning over de hoek verder loopt op de zijgevel. Overal bewaard houtwerk.
In de zijgevel is de moderniteit van het ontwerp sterker af te lezen. De klassieke travee-indeling van de gevel wordt verlaten in functie van een vrije verdeling van de muuropeningen over de gevel. We zien vooral smalle, verticale vensterregisters die aan de zijkanten van de gevel over de verdiepingen heen lopen. Verspringend in hoogte twee rechthoekige en twee kleine vierkante vensters. Onder de kroonlijst een lang horizontaal venster, die de belijning van de mansardeverdieping herhaalt. Gedrukt portaal van een rechthoekige deur onder ver uitstekende luifel, geflankeerd door twee bakstenen muurvelden. In de achtergevel grote, brede ramen met houten roedeverdeling, contrasterend met een verticale raampartij links.
Hoewel de halfopen bebouwing een vrije indeling van de plattegrond mogelijk maakte, koos Francken hier voor een traditioneel, op de enkelhuisindeling geïnspireerd plan. De gang zit in de smalle rechter travee en bevat ook een lateraal trappenhuis. In de brede travee een enfilade van woonkamer, eetkamer en veranda, iets wat we herkennen uit de typeplannen van de 19de-eeuwse stadswoningen. Achteraan, achter de gang, een kleine keuken. De indeling wordt op de verdieping herhaald; de mansarde is minder ver naar achter uitgebouwd, waardoor er slechts twee kamers achter elkaar waren voorzien.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 3774.