Half vrijstaande burgerwoning in art deco, ontworpen in 1927 door bouwmeester Louis Schuerwegh voor De Ridder, een Borgerhoutenaar wonende op de Turnhoutsebaan 70.

Bouwmeester Schuerwegh vinden we met een paar bouwaanvragen terug in de inventaris van het Antwerpse stadsarchief. Doorgaans gaat het over verbouwingen van eengezinswoningen, met dossiers uit de jaren 1930. Omdat in de inventaris van de bouwdossiers van Deurne architect en bouwheer niet werden genoteerd, is het mogelijk dat we een deel van zijn oeuvre op die manier missen.

Voor het ontwerp van deze woning in de Venneborglaan koos Schuerwegh een bouwstijl die perfect aansluit bij de andere woningen in het oudste, zuidelijke deel van de straat. Hier staan hoofdzakelijk ruime burgerwoningen, half vrijstaand of in een rij, met een pittoreske puntgevel in art deco of cottagestijl. Schuerwegh kiest hier voor een hele sobere vorm van art deco, die met de versiering op de erker (bloemenslinger, platgedrukte rozet) deels aansluit bij de classicerende beaux-artsstijl. Allemaal hebben de woningen een voortuin, afgebakend door een muurtje of laag hekwerk dat door de architect werd getekend in het bouwdossier. Het eenvoudige smeedijzeren hekwerk tussen bakstenen pijlers dat Schuerwegh tekende, is bewaard.

Burgerhuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder leien mansardedak. De half vrijstaande woning heeft een brede venstertravee met een afgeknotte puntgevel en een smalle deurtravee. De houten kroonlijst op klossen omlijst beide traveeën. Voor- en zijgevel met bruin bakstenen parement op hardstenen plint; witte natuursteen voor de driezijdige erkers in de venstertravee en beraping voor de puntgevel in de zijgevel.

Rechthoekige muuropeningen met bewaard houtwerk. Voordeur met rechte latei en bovenlicht; deels beglaasd en voorzien van art-decotraliewerk. De vensters hebben eveneens een rechte natuurstenen latei; houten kozijnen (guillotineramen in de erker) met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. De zijgevel is vrij gesloten, met enkel kleine rechthoekige vensters. Achtergevel met op de begane grond een segmentboogdeur met zijlicht in het oorspronkelijke pomphuis, brede rechthoekige vensterdeuren ter hoogte van de eetkamer in de brede venstertravee.

Hoewel de halfopen bebouwing een vrije indeling van de woning zou toelaten, wordt hier gekozen voor de traditionele enkelhuisplattegrond, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. Rechts in de venstertravee, de duidelijk herkenbare enfilade van salon en eetkamer. Links, gang met trappenhuis, waarachter zich op de begane grond de keuken bevindt, met daarachter washuis. De plattegronden in het bouwdossier laten zien dat de burgerwoning de optie had om opgedeeld te worden als meergezinswoning: zowel op het gelijkvloers als op de eerste verdieping werd op het plan een keuken en een wasplaats voorzien.