Op de hoek van de Venneborglaan en de Plankenbergstraat, tekende architect Louis Pingnet in 1928 twee burgerhuizen en een winkelhuis in opdracht van J. Van Immerseel en A. Compernolle.
Architect Louis Pingnet, de broer van provinciaal architect Jules Pingnet, realiseerde talrijke eengezinswoningen in eenvoudige art deco, cottagestijl of modernisme in de Venneborgwijk. Hij woonde er ook zelf, in de Plankenbergstraat 121, in een woning die tijdens de Tweede Wereldoorlog door een V-bom werd vernield, waarbij hij omkwam. In de Venneborglaan kennen we behalve deze woninggroep een reeks modernistische flatgebouwen op nummers 108, 11, 114 en 120, een flatgebouw in versoberde art deco op nummer 19 en een half vrijstaande woning in cottagestijl op 86.
De woninggroep op de hoek met de Plankenbergstraat is het meest kwalitatieve ontwerp van deze voorbeelden. Het ensemble is ontworpen in een eenvoudige stijl die het midden houdt tussen cottagestijl en art deco, hiermee mooi aansluitend bij de rest van de bebouwing in dit gedeelte van de straat. De oudere, zuidelijke helft van de Venneborglaan is bebouwd met burgerhuizen met verzorgde art-deco-, cottage- of modernistische bakstenen gevels en omheinde voortuin. Ook de voortuin van de twee huizen 25-27 had een smeedijzeren afsluitingen in de stijl van de woning, die nu is verdwenen. Het ensemble vormt het sluitstuk van de huizenrij tussen de Venneborglaan en de Plankenbergstraat, dat door haar gave, homogene karakter de perfecte entree vormt tot de Venneborgwijk.
De woningen tellen twee bouwlagen onder leien mansardedaken. Het ensemble is opgetrokken in rode baksteenbouw op hardstenen plint en wordt geritmeerd door de opvallende afwerking van de brede venstertraveeën van de drie woningen gecementeerde bow-windows en als mijtervormige puntgevels uitgewerkte grote dakvensters. De erkers zijn telkens bekroond met een smeedijzeren balkonleuning, met een art-decolijnvoering die ook aanwezig was in de oorspronkelijke afsluiting van de voortuintjes.
De woningen op nummers 25-27 hebben een bijna identieke, gespiegelde gevel; enkel de afwerking van de puntgevel is anders, wat voor een speels effect zorgt. Het winkelhuis op de hoek telt twee traveeën in de Venneborglaan, een afgeschuinde hoektravee voor de winkeldeur en vier traveeën in de Plankenbergstraat. Met uitzondering van de winkelpuien en de bovenvensters op de hoek, is het originele schrijnwerk van ramen en deuren overal bewaard, gekenmerkt door kleine houten roedeverdeling in de bovenlichten. De voordeuren zijn deels beglaasd en voorzien van art-decotraliewerk. Eenvoudige art-decodecoraties in de gecementeerde velden van de smalle deurtraveeën en in de getrapte omlijsting van de dakvensters die in de leien dakschilden zijn ingewerkt.
Architect Pingnet kiest voor een traditionele enkelhuisplattegrond, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. In de brede venstertraveeën zit de duidelijk herkenbare enfilade van drie kamers, waarlangs in de smalle deurtravee de gang met trappenhuis loopt. De bouwplannen van de drie woningen laten zien dat de opdeling in twee wooneenheden per woning een optie was: zowel op het gelijkvloers als op de verdieping is een keuken voorzien. Deze opdeling van burgerwoningen in twee appartementen vonden we meermaals terug in de verder in de gevel als eengezinswoning vormgegeven burgerhuizen in de Venneborglaan.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 3731.