Art-deco-meergezinswoning, in 1935 ontworpen door Karel Van Looy als opbrengsteigendom voor J. Lorson-Pairon, Grapheusstraat 50 in Deurne. Met dezelfde bouwaanvraag wordt eenzelfde pand gebouwd op de Turnhoutsebaan 331.

Van Karel Van Looy kennen we talrijke realisaties in de provincie Antwerpen, ontworpen in sobere, klassieke vormen van art deco en modernisme. Hij was vooral actief in de jaren 1930. In de buurt van de Venneborglaan/Gallifortlei in Deurne is hij één van de meest productieve bouwmeesters. Met een aantal vaste en doorgaans gesigneerde typemodellen, is zijn werk goed herkenbaar in het straatbeeld. We vinden typemodellen terug van eengezinswoningen en van kleine appartementsgebouwen. Telkens komen dezelfde ornamenten terug binnen een steeds licht variërend gevelschema. Deze woning lijkst sterk geïnspireerd op het zorgvuldige ontwerp van de woning op nummer 37. Een bijna identieke woning vinden we terug in de Venneborglaan 126.

De woning past uitstekend in het straatbeeld: in het oudste, zuidelijke deel van de Venneborglaan staan hoofdzakelijk grote burgerwoningen met een pittoreske bakstenen gevel in art deco of cottagestijl. Allemaal hebben de woningen een voortuin, afgebakend door een muurtje of laag hekwerk dat door de architect werd getekend in het bouwdossier. Het bakstenen muurtje met buisleuningen tussen bakstenen pijlers is ontworpen door Van Looy en nog steeds bewaard. Ook de voortuin, centraal opgedeeld door de hardstenen boorden langs de trap die naar de kelder leidt, behoort tot het originele ontwerp.

Burgerhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder plat dak, waarvan de bovenverdieping als mansarde is uitgewerkt, met een leien dakschild. Lijstgevel in bruine baksteen op een sokkel in bossage waarin de kelderverdieping is opgenomen. De woning combineert een brede venstertravee met een smalle deurtravee; de kelderverdieping is rechtstreeks toegankelijk via een trap naar een rechthoekige kelderdeur.

De eerste twee bouwlagen zijn als één geheel uitgewerkt, afgezoomd door een kroonlijst waarvan de belijning doorloopt in de bovendorpel van de erker. De venstertravee is benadrukt door een twee verdiepingen hoge erker met afgeronde linker zijkant, bekroond door een balkon met buisleuningen en een bolornament.

De terugwijkende deurtravee rechts heeft een rechthoekige deur onder luifel met boven- en zijlicht, en een gekoppeld tweelicht op de verdieping. De mansardeverdieping is bekleed met leien en doorbroken door een breed overluifeld dakvenster met balkon in de brede linkertravee. In de rechtertravee een rond bovenvenster.

Het houtwerk van deuren en vensters is authentiek. Glas in lood in de vensters, met veelkleurige art-decomotieven in de bovenlichten. Houten voordeur met verticaal venstertje, versierd door twee lijsten en bolornamenten.

Voor de plattegrond koos Van Looy de traditionele enkelhuisindeling, die de stadswoning in de 19de eeuw domineerde en die heel lang in de 20ste eeuw doorleefde. Op elke verdieping dezelfde indeling; het plan in het bouwdossier toont ons de geplande indeling in drie appartementen, op elke verdieping één. In de brede venstertraveeën de duidelijk herkenbare enfilade van zitplaats, eetkamer en gevelbrede woonkamer, verbonden door een arcade of brede tussendeuren. Aan tuinzijde sluit een keuken in de smallere achterbouw elk appartement af. In de smalle deurtravee links zit de gang met trappenhuis.