Villa Dageraad is een grote burgerwoning in cottagestijl, een ontwerp van 1929 van architect Frits de Mont, dat in vergelijking met de tekeningen in het bouwdossier in spiegelbeeld werd uitgevoerd. P. Riket, een Deurnenaar die op de Bosuilbaan 11 woonde, was de opdrachtgever.
Architect Frits de Mont is de zoon van de letterkundige Pol de Mont. Hij was actief in het Antwerpse in de periode 1910 tot 1950. Naast architect, was hij ook redactielid en productief auteur voor het Antwerpse architectuurtijdschrift De Bouwgids, de spreekbuis van de Kring voor Bouwkunde. Vóór de Eerste Wereldoorlog liet hij zich behalve met een aantal art-nouveau-ontwerpen opmerken met landhuisjes in cottagestijl. Tijdens het interbellum tekende hij vooruitstrevende ontwerpen, maar hanteerde ook nog vaak de cottagestijl. Villa Dageraad is daar een voorbeeld van.
Villa Dageraad sluit naadloos aan bij de bebouwing in de zuidelijke helft van de straat, die het eerst werd aangelegd. De huizenrijen worden gekenmerkt door de keuze voor bakstenen gevels in pittoreske stijlen zoals art deco en cottagestijl. Elementen als erkers, imitatievakwerk, als topgevel uitgewerkte venstertraveeën en veelkleurig glas in lood typeren de straat. Alle woningen hebben een voortuintje, met een afsluiting die telkens mee werd ontworpen in het bouwdossier. Het originele ijzeren hek op een bakstenen muurtje is hier deels bewaard.
Oorspronkelijk was Villa Dageraad een half vrijstaande woning; een verbouwing breidde de woning uit en vulde daarbij de vrije ruimte tussen de naastgelegen woning in. De woning uit 1929 telt twee bouwlagen en twee traveeën onder een leien bedaking. De voorgevel heeft op de begane grond een rood bakstenen parement met speklagen, op een hardstenen plint; de verdieping is bezet met een beraping. De woning volgt een standaard aanpak van de burgerwoning binnen de cottagestijl, met tweeledige indeling met een brede en smalle travee. De brede venstertravee wordt beëindigd door een puntgevel versierd met pseudovakwerk en heeft een twee bouwlagen tellende bow window met twee vierlichten en twee velden waarop de huisnaam is vermeld. De terugwijkende deurtravee is afgelijnd met een houten kroonlijst op klossen; de voordeur is overluifeld door een houten portaal in verfijnde art nouveau, met een pijler op de hoek, een boogornament en een houten leuning voor het terras op de verdieping. De zijgevel bestaat uit een brede puntgevel, met bakstenen parement beneden en beraping op de verdieping.
De indeling van de plattegrond is klassiek: we zien de enkelhuisindeling zoals we die kennen sinds de 19de eeuw voor de stedelijke burgerwoning. Achter het portaal een smalle gang met trappenhuis, waarachter zich de keuken bevindt en waarlangs zich een enfilade van salon en eetkamer uitvouwt. Op de eerste verdieping drie slaapkamers en een badkamer aan straatzijde, voor het trappenhuis; op de zolder vier kamers.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 329 # 4522.