Villa José is een ruime, half vrijstaande burgerwoning die in 1929 werd ontworpen in opdracht van J. Smits, die in Deurne woonde in de Boshovestraat 10. Het bouwdossier vermeldt de naam van de ontwerper of aannemer niet. De woning is een voorbeeld van een ontwerp in art deco, met een duidelijke invloed van de Amsterdamse School.

Het ontwerp sluit naadloos aan bij de bebouwing in de zuidelijke helft van de straat, die het eerst werd aangelegd. De huizenrijen worden gekenmerkt door de keuze voor bakstenen gevels in pittoreske stijlen zoals art deco en cottagestijl. Elementen als erkers, imitatievakwerk, als topgevel uitgewerkte venstertraveeën en veelkleurig glas in lood typeren de straat. Alle woningen hebben een voortuin, met een afsluiting die telkens mee werd ontworpen in het bouwdossier. Het originele ijzeren hek op een bakstenen muurtje en tussen bakstenen pijlers is hier bewaard.

De woning telt twee traveeën en twee bouwlagen onder hoog, rood pannen schilddak. Parement van voor- en zijgevel is in bruine baksteen op een hardstenen plint, en gecombineerd met gecementeerde en witgeschilderde partijen rondom de muuropeningen. Het expressieve metselwerk met afwisseling in metselverbanden, het rode pannen dak, en de steeds variërende gecementeerde art-deco-omlijstingen rond de vensters, zijn te duiden als invloed uit de Amsterdamse School.

De voorgevel combineert een brede venstertravee met een smalle deurtravee op de hoek. De venstertravee heeft een driezijdige erker op de begane grond, bekroond door het balkon van de rondbogige deurvenster op de eerste verdieping. De brede travee wordt afgesloten door een mijtervormig uitgewerkte topgevel waarin een tweeledig zoldervenster is verwerkt. Originele uitwerking van de deurtravee, met op de begane grond een portaal met hoekpijler, met de huisnaam "VILLA JOSE" verwerkt in een cartouche. Boven het portaal, een veelzijdige hoekerker met houten kroonlijst. Portaal, erkers en vensters zijn versierd met gecementeerde velden in zuivere art-decostijl: getrapte omlijsting van het grote deurvenster, driehoekige bogen boven het portaal, balkons met gestileerde bloemmotieven en ijzerwerk met een motief dat terugkomt in de afsluiting van de voortuin.

De lange zijgevel is met evenveel zorg vormgegeven als de voorgevel. Portaal en erker markeren de hoek. Centraal in de zijgevel een opvallende venstertravee die het trappenhuis verlicht: twee verticale stroken waarin smalle vensters zijn verwerkt, beëindigd dor een puntgevel. Op de begane grond een drielicht ter hoogte van de hal, voorzien van smeedijzeren traliewerk. De ligging van de keuken wordt in de gevel gemarkeerd door een plastisch uitgewerkte schoorsteen, met decoratief metselwerk gecombineerd met getrapte gecementeerde vlakken.

Alle vensters hebben bewaarde houten kozijnen met gele ruitjes in glas in lood. Rechthoekige houten deur met beglaasd paneel met smeedijzeren hekwerk waarin het motief wordt herhaald dat we aan balkon en voortuinafsluiting zien. Het breed omlijste zijlicht bij de deur en het balkon van het portaal hebben opnieuw hetzelfde ijzerwerk.

De grote eengezinswoning heeft een klassieke plattegrond: het bouwdossier toont een enkelhuisindeling zoals we die kennen sinds de 19de eeuw voor de stedelijke burgerwoning. Achter het portaal een smalle gang met trappenhuis, waarachter zich de keuken bevindt en waarlangs zich een enfilade van salon, eetkamer en veranda uitvouwt. De kelder volgt dezelfde indeling en bevat voorraadkamers. Op de eerste verdieping drie slaapkamers en een badkamer aan tuinzijde. De zolder is één grote open ruimte.