Traditioneel diephuis dat vermoedelijk opklimt tot de 17de eeuw, en begin 19de eeuw werd aangepast met een lijstgevel in laatclassicistische stijl. De achtergevel met getrapte top, werd in 1988 heropgebouwd.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een afgeschuind zadeldak (nok loodrecht op de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met natuurstenen sokkel, onderscheidt zich door een deuromlijsting, gekoppelde vensterkozijnen met gedeelde middenpost en doorgetrokken lekdrempels uit blauwe hardsteen. Regelmatige regsiters van rechthoekige muuropeningen, de inkomdeur geaccentueerd door een entablement. Een klassiek hoofdgestel met architraaf en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Heropgebouwde achtergevel met getrapte top en overhoeks topstuk uit verankerd baksteenmetselwerk en gebruik van witte natuursteen voor de dorpels. Gekoppelde kozijnen, rechthoekig drielicht en luik in de top.