Geheel van drie meergezinswoningen met café en winkels in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van de heer G. Van Hoof, naar een ontwerp door Jan Van Weert uit 1907. Architect en bouwheer dienden kort na elkaar drie alternatieve projecten in voor het complex op de hoek van Nieuwstad en Oudevaartplaats, waarvan de eerste twee uit mei en juli werden geweigerd wegens het overschrijden van het toegestane aantal verdiepingen. Pas het derde ontwerp uit augustus kreeg nog diezelfde maand een bouwvergunning. Het vastgoedproject Van Hoof behoort tot het vroege oeuvre van Van Weert, die in Antwerpen actief was van omstreeks 1900 tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Het ontwerp is representatief voor de gematigde art-nouveaustijl, die hij tijdens zijn beginjaren beoefende, vaak gekenmerkt door een bijzondere aandacht voor sgraffito's en smeedwerk.

Met een gevelbreedte van in totaal tien traveeën, omvat het afgeschuinde hoekcomplex vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door rode baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en baksteenmozaïeken. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de plint, lekdrempels, hoekblokken, lateien en topstukken. De compositie markeert de individuele panden door rechthoekige lisenen, en legt de klemtoon op het hoger opgetrokken hoekrisaliet dat doorloopt in een dakvenster met topstukken op de postamenten. Het risaliet waarin het café-portaal wordt geaccentueerd door balkons met consoles, postamenten en fraaie smeedijzeren borstweringen in zweepslagstijl; het boogveld van het dakvenster en de panelen op de borstweringen droegen oorspronkelijk art-nouveau-tegelpanelen met bloemmotieven. Een aaneenschakeling van winkel- en cafépuien, overspannen door ijzeren I-balken op kraagstenen en boogvelden met baksteenmozaïek, en privé-portalen met bovenlicht, doorbreekt de begane grond. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde vensters met ontlastingsboog of rechthoekige vensters met ijzeren I-balk. Een kwartholle houten kroonlijst met tegelpanelen tussen de consooltjes boven een overhoekse tandfries, vormt de gevelbeëindiging; typische dakkapellen met klimmende luifel op consoles. Het houten schrijnwerk van de linker winkelpui met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard.

Volgens de bouwplannen biedt de begane grond van de twee linker panden ruimte aan een winkel met achterkamer en keuken. Een café met 'cabinet' beslaat het hoekpand. Vermoedelijk waren de bovenverdiepingen van bij oorsprong bestemd voor huurkwartieren, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphallen.