Geheel van twee woon- en handelspanden in neoclassicistische stijl op de hoek van Tabakvest en Oudevaartplaats, gebouwd in opdracht van de herbergier Chr. Verstraeten, naar een ontwerp door de aannemer-bouwkundige Petrus Franciscus Van der Gucht uit 1877. Hij was een zoon van de aannemer Joannes Van der Gucht, en de oudere broer van de architect Jaak Alfons Van der Gucht, maar lijkt zelf maar gedurende korte tijd op zelfstandige basis bouwactiviteiten te hebben ontplooid. De bouwprojecten die met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven dateren uit de periode 1877-1891. Vermoedelijk werkte hij al eerder samen met zijn vader.

Met een gevelbreedte van zeven traveeën, omvat het afgeschuinde hoekhuis vier bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, legt de compositie op de afgeschuinde hoektravee. Deze wordt gemarkeerd door schijnvoegen, en boven het portaal door een balkon met consoles en ijzeren borstwering. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen in geriemde omlijsting, de bovenvensters met onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met houten kroon- en tandlijst, gekornist op klossen in de hoektravee, vormt de gevelbeëindiging. De oorspronkelijk klassieke winkelpui met zijportaal in de twee rechter traveeën is verbouwd; vernieuwd schrijnwerk.

Door het ontbreken van plattegronden in het bouwdossier, is de opdeling en functie van beide panden niet duidelijk. Het smalle linker pand vormde een winkelhuis, het hoekpand huisvestte mogelijk een café op de begane grond en huurkwartieren op de verdiepingen.